ECLI:NL:RBDHA:2021:2812

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
4 maart 2021
Publicatiedatum
24 maart 2021
Zaaknummer
AWB 19_9922
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Voorlopige voorziening
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Voorlopige voorziening in beroepszaak tegen terugkeerbesluit en inreisverbod

Op 4 maart 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in beroep is gegaan. Dit besluit, genomen op 30 augustus 2019, houdt in dat de verzoeker Nederland onmiddellijk moet verlaten en dat er een inreisverbod tegen hem is uitgevaardigd. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij verwachtte dat er niet binnen afzienbare tijd een uitspraak op zijn beroep zou komen.

De voorzieningenrechter heeft, na het indienen van een verweerschrift door de verweerder, overwogen dat de verzoeker, geboren in Iran in 1990, recht heeft op rechtszekerheid. Gezien de omstandigheden en de verwachting dat de rechtbank niet snel uitspraak zal doen, heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit betekent dat het besluit van de Staatssecretaris van 30 augustus 2019 wordt geschorst totdat er een beslissing is genomen op het beroep.

Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 534,-. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier mr. R.G. Kamphof, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht
Bestuursrecht
zaaknummer: AWB 19/9922
uitspraak van de voorzieningenrechter van 4 maart 2021 op het verzoek om voorlopige voorziening in de zaak tussen

[verzoeker] , verzoeker

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. X.B. Sijmons en mr. E. Ceylan,
en

de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder,

(gemachtigde: mr. J.V. de Kort en mr. M.M. van Asperen).

Procesverloop

Bij besluit van 30 augustus 2019 (het bestreden besluit) heeft verweerder bepaald dat eiser Nederland onmiddellijk moet verlaten en is tegen hem een inreisverbod uitgevaardigd.
Verzoeker heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Hij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.

Overwegingen

Verzoeker is op [geboortedatum] 1990 in Iran geboren en heeft bij geboorte de Iraanse nationaliteit gekregen.
Heden is een tussenuitspraak gedaan in de zaak met nummer AWB 19/9918. Gelet op de rechtszekerheid en de verwachting dat de rechtbank niet binnen afzienbare tijd uitspraak zal kunnen doen op het beroep, ziet de voorzieningenrechter aanleiding het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. Het besluit van verweerder van 30 augustus 2019 wordt geschorst totdat is beslist op het beroep.
Omdat de voorzieningenrechter het verzoek toewijst, veroordeelt de voorzieningenrechter verweerder in de door verzoeker gemaakte proceskosten. Deze kosten stelt de voorzieningenrechter op grond van het Besluit proceskosten bestuursrecht voor de door een derde beroepsmatig verleende rechtsbijstand vast op € 534,- (1 punt voor het indienen van het verzoekschrift met een waarde per punt van € 534,- en een wegingsfactor 1).

Beslissing

De voorzieningenrechter:
- wijst het verzoek om een voorlopige voorziening toe;
- schorst het besluit van verweerder van 30 augustus 2019 totdat is beslist op het beroep;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van verzoeker tot een bedrag van € 534,-
Deze uitspraak is gedaan door mr. P. J.M. Mol, voorzieningenrechter, in aanwezigheid van mr. R.G. Kamphof, griffier. De beslissing is uitgesproken op 4 maart 2021 en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl
griffier rechter
Afschrift verzonden aan partijen op:

Rechtsmiddel

Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.