ECLI:NL:RBDHA:2021:2812
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Voorlopige voorziening in beroepszaak tegen terugkeerbesluit en inreisverbod
Op 4 maart 2021 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak betreffende een verzoek om voorlopige voorziening. De zaak betreft een verzoeker die tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid in beroep is gegaan. Dit besluit, genomen op 30 augustus 2019, houdt in dat de verzoeker Nederland onmiddellijk moet verlaten en dat er een inreisverbod tegen hem is uitgevaardigd. De verzoeker heeft de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening, omdat hij verwachtte dat er niet binnen afzienbare tijd een uitspraak op zijn beroep zou komen.
De voorzieningenrechter heeft, na het indienen van een verweerschrift door de verweerder, overwogen dat de verzoeker, geboren in Iran in 1990, recht heeft op rechtszekerheid. Gezien de omstandigheden en de verwachting dat de rechtbank niet snel uitspraak zal doen, heeft de voorzieningenrechter besloten het verzoek om voorlopige voorziening toe te wijzen. Dit betekent dat het besluit van de Staatssecretaris van 30 augustus 2019 wordt geschorst totdat er een beslissing is genomen op het beroep.
Daarnaast heeft de voorzieningenrechter de Staatssecretaris veroordeeld in de proceskosten van de verzoeker, die zijn vastgesteld op € 534,-. De uitspraak is gedaan door mr. P.J.M. Mol, in aanwezigheid van griffier mr. R.G. Kamphof, en is openbaar gemaakt op rechtspraak.nl. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.