Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
2.Waar gaat het over?
[minderjarige], geboren in [geboorteplaats] op [geboortedatum] 2007 (hierna: [minderjarige] .
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 28 juni 2021 uitspraak gedaan in een geschil over de wijziging van kinderalimentatie. De man, vertegenwoordigd door advocaat mr. N.P.C.C. Langenberg, verzocht om een verlaging van de kinderalimentatie van € 150,- naar € 25,- per maand, met ingang van 1 januari 2020. Hij stelde dat er sprake was van gewijzigde omstandigheden, omdat hij inmiddels ook onderhoudsverplichtingen had voor een tweede kind. De vrouw, vertegenwoordigd door advocaat mr. M. Hoogeveen, was het hier niet mee eens en wilde dat het bedrag gelijk bleef.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de man bij het aangaan van de alimentatieovereenkomst niet kon overzien welk inkomen hij zou ontvangen en dat er sprake was van grove miskenning van de wettelijke maatstaven. De rechtbank oordeelde dat de overeengekomen kinderalimentatie hoger was dan de draagkracht van de man, rekening houdend met zijn andere onderhoudsverplichtingen. De rechtbank heeft besloten dat de man vanaf 1 juni 2021 een bedrag van € 25,- per maand aan kinderalimentatie moet betalen. De rechtbank heeft de ingangsdatum van de nieuwe alimentatie vastgesteld op de datum van de beschikking, om terugbetalingsverplichtingen voor de vrouw te voorkomen.
De rechtbank heeft ook bepaald dat de man de alimentatie vóór de eerste van de maand moet betalen en dat de beslissing uitvoerbaar bij voorraad is. Beide partijen zijn verantwoordelijk voor hun eigen proceskosten. De uitspraak is openbaar gedaan door rechter J.B. de Groot, in aanwezigheid van de griffier.