Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 12 januari 2021 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] (Verenigde Staten), eiser,
het college van burgemeester en wethouders van Den Haag, verweerder
Procesverloop
€ 22.500,86. Het verzoek om vergoeding van proceskosten wordt afgewezen.
Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde. Tevens waren voor verweerder aanwezig [C] en [D] .
Overwegingen
6.1 De rechtbank stelt voorop dat zij eiser niet volgt in zijn standpunt dat de Regeling een aanspraak op subsidie geeft. De aanvraag van eiser ziet immers niet op een aanspraak op door een bestuursorgaan te verstrekken financiële middelen met het oog op bepaalde activiteiten van eiser als aanvrager (artikel 4:21, eerste lid, van de Algemene wet bestuursrecht (Awb). Dit argument treft geen doel.