ECLI:NL:RBDHA:2021:16518
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 augustus 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de asielaanvraag van eiser, die niet in behandeling is genomen door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De reden hiervoor was dat Italië volgens de Dublinverordening verantwoordelijk is voor de behandeling van de asielaanvraag. Eiser had op 8 juli 2021 een aanvraag ingediend, maar deze werd niet in behandeling genomen omdat Italië een terugnameverzoek had geaccepteerd. Eiser heeft beroep ingesteld tegen dit besluit, maar is niet verschenen op de zitting op 27 juli 2021.
De rechtbank overweegt dat de Staatssecretaris op basis van het interstatelijk vertrouwensbeginsel mag uitgaan van de waarborgen die Italië biedt voor asielzoekers. Eiser voerde aan dat er aanvullende garanties nodig zijn met betrekking tot de opvang bij terugkeer naar Italië, maar de rechtbank oordeelt dat eiser niet heeft aangetoond dat hij niet tijdig toegang heeft tot opvang. De rechtbank verwijst naar eerdere uitspraken van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State en het Europees Hof voor de Rechten van de Mens, waaruit blijkt dat de nieuwe wetgeving in Italië meer waarborgen biedt voor asielzoekers en Dublinterugkeerders.
De rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris de asielaanvraag van eiser niet in behandeling heeft hoeven nemen en dat het beroep ongegrond is. Er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangevochten bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State binnen één week na bekendmaking.