ECLI:NL:RBDHA:2021:16037

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
15 juli 2021
Publicatiedatum
4 april 2022
Zaaknummer
NL21.5417
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Afwijzing verzoek om uitstel van vertrek op grond van artikel 64 Vreemdelingenwet

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 15 juli 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende een verzoek om uitstel van vertrek van een Marokkaanse eiseres. De eiseres had op 28 oktober 2020 een aanvraag ingediend voor uitstel van vertrek op basis van artikel 64 van de Vreemdelingenwet, omdat zij vreesde voor een medische noodsituatie bij terugkeer naar Marokko. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid heeft deze aanvraag echter afgewezen in een besluit van 14 december 2020, waarna de eiseres bezwaar heeft gemaakt en een voorlopige voorziening heeft verzocht. Het bezwaar werd ongegrond verklaard in een besluit van 12 maart 2021, wat leidde tot het indienen van beroep door de eiseres.

Tijdens de zitting op 21 juni 2021, waar de eiseres en haar gemachtigde aanwezig waren, werd de medische situatie van de eiseres besproken. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris zich terecht had gebaseerd op een advies van het Bureau Medische Advisering (BMA), waarin werd gesteld dat de eiseres kon reizen, mits zij de juiste medische voorzieningen had. De rechtbank concludeerde dat de Staatssecretaris de medische situatie van de eiseres zorgvuldig had beoordeeld en dat er geen sprake was van een onzorgvuldige besluitvorming of een motiveringsgebrek. De rechtbank verklaarde het beroep van de eiseres ongegrond en gaf aan dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats Utrecht Bestuursrecht zaaknummer: NL21.5417
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[eiseres] , eiseres

V-nummer: [V-nummer]
(gemachtigde: mr. A.H. Hekman), en
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder (gemachtigde: mr. E. Sweerts).

Procesverloop

Bij besluit van 14 december 2020 (het primaire besluit) heeft verweerder de aanvraag van eiseres van 28 oktober 2020 tot het verlenen van uitstel voor vertrek op grond van artikel 64 van de Vreemdelingenwet (Vw) afgewezen.
Eiseres heeft tegen het primaire besluit bezwaar gemaakt. Zij heeft verder de voorzieningenrechter verzocht om een voorlopige voorziening te treffen.
Voordat een zitting heeft plaatsgevonden, heeft verweerder bij besluit van 12 maart 2021 (het bestreden besluit) het bezwaar van eiseres ongegrond verklaard.
Eiseres heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld. Verweerder heeft een verweerschrift ingediend.
Het onderzoek ter zitting heeft, samen met het verzoek om voorlopige voorziening met zaaknummer AWB 21/138, op 21 juni 2021 plaatsgevonden. Eiseres is verschenen, bijgestaan door haar gemachtigde. Voor eiseres zijn verder haar dochter [A] en kleindochter [B] verschenen. Verweerder heeft zich laten vertegenwoordigen door zijn gemachtigde.

Overwegingen

1. Eiseres heeft de Marokkaanse nationaliteit en is geboren op [geboortedatum] 1945. Op 28 oktober 2020 heeft zij een aanvraag om uitstel van vertrek ingediend, omdat zij meent dat terugkeer naar Marokko zal leiden tot een medische noodsituatie op korte termijn. Verweerder heeft de aanvraag om uitstel van vertrek afgewezen, onder verwijzing naar een
advies van het Bureau Medische Advisering (het BMA). Uit dit BMA-advies van 10 december 2020 volgt, voor zover hier van belang, dat eiseres lijdt aan ernstige gonartrose, waarvoor zij geen actieve behandeling krijgt. Daarnaast heeft zij hypertensie met duizeligheid en hoofdpijn, waarvoor zij medicatie krijgt. Eiseres kan reizen. Een medische voorziening is daarvoor wel noodzakelijk, namelijk rolstoelvervoer of vervoer voor minder validen en voldoende medicatie om de reis te overbruggen. Bij uitblijven van de medische behandeling wordt niet een medische noodsituatie op de korte termijn verwacht.
2. Eiseres voert in beroep aan dat verweerder haar medische situatie niet goed heeft beoordeeld en niet volledig heeft betrokken bij de besluitvorming. In de medische verklaring van de huisarts staat dat er een verhoogd risico is op "c.a." bij een vliegreis. Dit betekent dat reizen een extra risico op een hartinfarct oplevert. Uit het advies van het BMA blijkt niet dat dit betrokken is bij het opstellen van het advies. Verweerder had gelet op de vergewisplicht en in ieder geval naar aanleiding van het bezwaarschrift op dit punt in moeten gaan. Het besluit is genomen in strijd met het motiverings- dan wel het zorgvuldigheidsbeginsel.
3. De rechtbank overweegt als volgt. Een advies van het BMA is volgens vaste jurisprudentie van de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State (ABRvS) een deskundigenadvies aan verweerder ten behoeve van de uitoefening van diens bevoegdheden.1 Verweerder moet zich er, indien hij een BMA-advies aan zijn besluitvorming ten grondslag legt, ingevolge artikel 3:2 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) van vergewissen dat dit advies - naar wijze van totstandkoming - zorgvuldig en - naar inhoud - inzichtelijk en concludent is.2 Een vreemdeling kan met een contra-expertise de inhoudelijke juistheid van een BMA-advies betwisten. Met stukken van zijn behandelaars kan hij de zorgvuldigheid, inzichtelijkheid en concludentie van een BMA-advies aan de orde stellen dan wel in het kader van artikel 8:47 van de Awb concrete aanknopingspunten aanvoeren voor twijfel aan de inhoud daarvan. Dit kan voor de rechter aanleiding zijn om een deskundige te benoemen.3
4. De rechtbank is van oordeel dat verweerder zich ter zitting terecht op het standpunt heeft gesteld dat uit de bijlage ‘Bewijs omtrent medische situatie vreemdeling’ van 2 oktober 2020 blijkt dat door de huisarts van eiseres is vermeld dat bij een vliegreis er een risico is op “c.v.a.” en niet “c.a.”. Dit staat voor Cerebro Vasculair Accident en wordt ook wel een beroerte genoemd. Uit de informatie van de huisarts is dus niet af te leiden dat reizen bij eiseres een verhoogd risico op een hartinfarct oplevert, zoals in beroep is aangevoerd. Verder is in het BMA-advies onder punt 3 kenbaar betrokken dat bij het uitblijven van (de rechtbank begrijpt: gebruik van) medicatie voor de bloeddruk deze zal stijgen en dat op de lange termijn dit secundaire orgaanschade kan geven of dat er een hart- en vaataandoening kan ontstaan zoals een infarct. Dit levert echter volgens de arts van het BMA geen medische noodsituatie op korte termijn op. Ook heeft de arts van het BMA geconcludeerd dat eiseres gezien de huidige medische inzichten kan reizen. Als eiseres vindt dat de arts van het BMA de door haar overgelegde medische informatie onjuist heeft beoordeeld, had het op haar weg gelegen om een contra-expertise te overleggen. Wat eiseres heeft aangevoerd heeft voor verweerder dan ook geen aanleiding hoeven geven om navraag
1. Zie bijvoorbeeld uitspraak van 26 juni 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:2436).
2 Zie bijvoorbeeld ABRvS, van 16 augustus 2013 (ECLI:NL:RVS:2013:826), van 26 juni 2014 (ECLI:NL:RVS:2014:2436) en van 21 augustus 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:2226).
3 ABRvS, van 30 juni 2017 (ECLI:NL:RVS:2017:1674).
te doen bij het BMA. Er is naar het oordeel van de rechtbank geen sprake van een onzorgvuldige besluitvorming dan wel een motiveringsgebrek.
5. Het beroep is ongegrond.
6. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep ongegrond.
Deze uitspraak is gedaan door mr. C.M. Dijksterhuis, rechter, in aanwezigheid van mr. A.M. Zwijnenberg, griffier.
De uitspraak is uitgesproken en bekendgemaakt op
en zal openbaar worden gemaakt door publicatie op rechtspraak.nl.

Bent u het niet eens met deze uitspraak?

Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een beroepschrift. U moet dit beroepschrift indienen binnen 4 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven.
15 juli 2021

Documentcode: [documentcode]