Uitspraak
1.ECLI:NL:RVS:2020:3034
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de rechtbank Den Haag op 17 maart 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser van Afghaanse nationaliteit. Eiser heeft verzocht om ambtshalve toetsing van de rechtmatigheid van de maatregel, die was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de wetgever in artikel 8:49 van de Algemene wet bestuursrecht heeft bepaald dat de rechterlijke toets beperkt is en geen ambtshalve toetsing van het bestreden besluit omvat. Dit betekent dat de rechtbank de rechtmatigheid van de bewaring niet op eigen initiatief mag toetsen, tenzij er sprake is van voorschriften van openbare orde.
De rechtbank heeft ook de inhoud van de asielaanvraag van eiser beoordeeld, maar kwam tot de conclusie dat deze niet aan de orde was in deze procedure. Eiser had eerder meerdere aanvragen om internationale bescherming ingediend, maar zijn laatste aanvraag was afgewezen. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris de maatregel van bewaring terecht had opgelegd, omdat eiser de gronden van de maatregel niet had bestreden en er geen andere afdoende, minder ver strekkende maatregelen konden worden toegepast.
Uiteindelijk verklaarde de rechtbank het beroep ongegrond en wees het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak werd openbaar gemaakt op 17 maart 2021, en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling Bestuursrechtspraak van de Raad van State.