Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 9 maart 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling. Eiser, die stelt de Poolse nationaliteit te bezitten, heeft beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hem op 25 februari 2021 de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft tevens verzocht om schadevergoeding. Tijdens de zitting op 8 maart 2021 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser zich enige tijd aan het toezicht heeft onttrokken en dat hij geen gevolg heeft gegeven aan zijn vertrekplicht na een eerdere uitzetting in 2019. De rechtbank heeft de argumenten van eiser, waaronder het verzoek om een lichter middel, zoals een meldplicht, verworpen. De rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom bewaring noodzakelijk was en dat er geen lichter middel kon worden toegepast. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. Tevens is er geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 9 maart 2021.