ECLI:NL:RBDHA:2021:15500
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Terugvordering van suppletie-uitkering op basis van de Suppletieregeling voor gedeeltelijk arbeidsongeschikten
In deze uitspraak beoordeelt de Rechtbank Den Haag het beroep van eiseres tegen het besluit van de minister van Defensie, waarbij haar suppletie-uitkering met terugwerkende kracht is ingetrokken en teruggevorderd. Eiseres ontving een suppletie-uitkering, maar volgens verweerder was dit bedrag onterecht uitbetaald omdat eiseres ook een IVA-uitkering ontving. De rechtbank heeft vastgesteld dat het beroep ontvankelijk is, ondanks de stelling van verweerder dat het beroepschrift te laat was ingediend. De rechtbank oordeelt dat verweerder het teruggevorderde bedrag van €10.214,50 voldoende heeft onderbouwd en dat de terugvordering rechtmatig is. De rechtbank concludeert dat de suppletie-uitkering ten onrechte aan eiseres is uitbetaald en dat verweerder bevoegd was om dit bedrag terug te vorderen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond, wat betekent dat de minister de suppletie-uitkering mag terugvorderen. Eiseres heeft geen recht op vergoeding van de proceskosten.