ECLI:NL:RBDHA:2021:15336
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beoordeling arbeidsvermogen en uitkeringsverlaging Wajong
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser en de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV) over de verlaging van de Wajong-uitkering. Eiser, die lijdt aan ernstige medische beperkingen als gevolg van zijn extreme vroeggeboorte, ontving voorheen 75% van het minimumloon, maar zijn uitkering werd per 1 januari 2018 verlaagd naar 70% op basis van het oordeel dat hij arbeidsvermogen heeft. Eiser heeft tegen deze beslissing beroep ingesteld, waarbij hij aanvoert dat hij geen duurzaam arbeidsvermogen heeft en dat zijn beperkingen niet correct zijn vastgesteld.
De rechtbank heeft vastgesteld dat er uitgebreide onderzoeken zijn uitgevoerd door verzekeringsartsen en een onafhankelijke deskundige, die allemaal tot de conclusie kwamen dat eiser arbeidsvermogen heeft. De deskundige heeft in haar rapportage aangegeven dat eiser, ondanks zijn beperkingen, in staat is om eenvoudige taken uit te voeren en dat hij voldoet aan de criteria voor arbeidsvermogen zoals vastgelegd in de Wajong. Eiser heeft tijdens de zittingen zijn standpunt toegelicht en een video getoond waarin hij zijn vaardigheden demonstreert, maar de rechtbank oordeelt dat deze video niet leidt tot een ander oordeel over zijn arbeidsvermogen.
De rechtbank concludeert dat de beslissing van het UWV om de Wajong-uitkering van eiser te verlagen naar 70% van het minimumloon terecht is, omdat eiser in staat wordt geacht om te functioneren in een arbeidsorganisatie, ook al heeft hij extra begeleiding nodig. Het beroep van eiser wordt ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling.