ECLI:NL:RBDHA:2021:13956

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
13 december 2021
Publicatiedatum
17 december 2021
Zaaknummer
NL21.7487
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Bestuursrecht; Vreemdelingenrecht
Procedures
  • Eerste aanleg - enkelvoudig
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Niet-ontvankelijkheid van asielaanvraag na indienen in Duitsland

In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 december 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel. Eiser had eerder een aanvraag ingediend die op 19 december 2018 door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid als kennelijk ongegrond was afgewezen. Eiser heeft hiertegen beroep ingesteld, maar de rechtbank verklaarde dit beroep op 1 maart 2019 ongegrond. Eiser ging in hoger beroep, en op 10 juli 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State de eerdere uitspraak vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank voor herbehandeling.

Op 6 april 2021 heeft de rechtbank de gemachtigde van eiser verzocht om het standpunt van eiser in het beroep kenbaar te maken. De gemachtigde heeft op 22 april 2021 geantwoord dat eiser zich in Duitsland bevindt en daar een asielaanvraag heeft ingediend. De rechtbank concludeert hieruit dat eiser geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep in Nederland, aangezien hij niet langer prijs stelt op asiel in Nederland. Daarom heeft de rechtbank het beroep kennelijk niet-ontvankelijk verklaard.

De rechtbank heeft ook overwogen dat er geen aanleiding is voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter J.F.I. Sinack, in aanwezigheid van griffier J.A.B. Koens, en is openbaar gemaakt via een geanonimiseerde publicatie op de website van de rechtspraak.

Uitspraak

RECHTBANK DEN HAAG

Zittingsplaats
Bestuursrecht
zaaknummer: NL21.7487

uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen

[Naam], eiser

V-nummer: [Nummer]
(gemachtigde: mr. M.B. van den Toorn-Volkers),
en

de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.

Procesverloop

Bij besluit van 19 december 2018 heeft verweerder de aanvraag van eiser tot het verlenen van een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd in de algemene procedure afgewezen als kennelijk ongegrond.
Hiertegen heeft eiser beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 1 maart 2019 heeft deze rechtbank en zittingsplaats het beroep ongegrond verklaard. [1]
Eiser heeft tegen deze uitspraak hoger beroep ingesteld.
Bij uitspraak van 10 juli 2019 heeft de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State het beroep gegrond verklaard, de uitspraak van 1 maart 2019 vernietigd en de zaak terugverwezen naar de rechtbank om opnieuw te worden behandeld. [2]
Bij brief van 6 april 2021 heeft de rechtbank eisers gemachtigde verzocht om eisers standpunt in het beroep kenbaar te maken.
Op 22 april 2021 heeft eisers gemachtigde hierop gereageerd.
De rechtbank doet op grond van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht uitspraak zonder zitting.

Overwegingen

1. Eisers gemachtigde heeft op 22 april 2021 bericht dat eiser in Duitsland is en aldaar een asielaanvraag heeft ingediend.
2. Gelet op dit bericht neemt de rechtbank aan dat eiser niet langer prijs stelt op asiel in Nederland, zodat hij geen belang meer heeft bij de inhoudelijke beoordeling van zijn beroep.
3. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk.
4. Voor een proceskostenveroordeling bestaat geen aanleiding.

Beslissing

De rechtbank verklaart het beroep niet-ontvankelijk.
Deze uitspraak is gedaan door mr. J.F.I. Sinack, rechter, in aanwezigheid van mr. J.A.B. Koens, griffier, en openbaar gemaakt door middel van geanonimiseerde publicatie op www.rechtspraak.nl
De uitspraak is bekendgemaakt op:
Bent u het niet eens met deze uitspraak?
Als u het niet eens bent met deze uitspraak, kunt u een brief sturen naar de rechtbank waarin u uitlegt waarom u het er niet mee eens bent. Dit heet een verzetschrift. U moet dit verzetschrift indienen binnen 6 weken na de dag waarop deze uitspraak is verzonden. U ziet deze datum hierboven. Als u graag een zitting wilt waarin u uw verzetschrift kunt toelichten, kunt u dit in uw verzetschrift vermelden.