ECLI:NL:RBDHA:2021:13784
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek om kwijtschelding van rentedragende lening op basis van medische situatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 23 december 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen een eiser, vertegenwoordigd door mr. J.M.G. Hulsman, en de Minister van Onderwijs, Cultuur en Wetenschap. De eiser had in het verleden studiefinanciering ontvangen, wat heeft geleid tot een studieschuld. Op 25 maart 2020 verzocht de eiser om kwijtschelding van zijn rentedragende lening, onderbouwd met medische stukken. De Minister heeft dit verzoek bij besluit van 6 juli 2020 afgewezen, omdat de eiser niet voldeed aan de voorwaarden voor kwijtschelding zoals vastgelegd in de Wet studiefinanciering 2000 (Wsf 2000).
De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard. De rechtbank overwoog dat de Minister het verzoek terecht had afgewezen, omdat de eiser niet tot de categorieën behoort waarvoor kwijtschelding kan worden verleend. De rechtbank heeft het rapport van arts F. Knol als deskundig beoordeeld en concludeerde dat de eiser niet voldeed aan de criteria voor kwijtschelding. De rechtbank benadrukte dat de door de eiser aangevoerde omstandigheden, hoewel zwaar belastend, niet voldoende waren om van het kwijtscheldingsbeleid af te wijken. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de Wsf 2000 voldoende waarborgen biedt voor debiteuren die financieel niet in staat zijn om hun studieschuld af te lossen.
De rechtbank heeft geen proceskostenveroordeling uitgesproken en heeft partijen gewezen op de mogelijkheid om binnen zes weken hoger beroep in te stellen bij de Centrale Raad van Beroep. Deze uitspraak is openbaar gedaan en is verzonden aan de betrokken partijen.