Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
de minister van Economische Zaken en Klimaat, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
6 november 2017 buiten beschouwing worden gelaten. Voor het overige heeft verweerder het primaire besluit gehandhaafd.
Wat vindt eiser in beroep?
25 juni 2019 [1] , het gestelde gebrek aan een wettelijke grondslag om servicekosten in rekening te brengen bij eiser [2] , de bevoegdheid tot vaststelling van het Hurenbeleid [3] en het beroep op het rechtszekerheids- en vertrouwensbeginsel [4] . De rechtbank overweegt dat verweerder in het bestreden besluit, onder verwijzing naar het advies van de Commissie, al gemotiveerd is ingegaan op deze gronden. Zo heeft verweerder onder meer terecht gesteld, onder verwijzing naar artikel 64, vierde lid, van het Reglement Dienst Buitenlandse Zaken (RDBZ) en de Regeling, dat er wel degelijk een wettelijke grondslag bestaat om de servicekosten in rekening te brengen bij eiser. Ook heeft verweerder bijvoorbeeld terecht overwogen in het bestreden besluit dat alles wat eiser heeft aangevoerd over de Regeling van 25 juni 2019 en de Dienst Buitenlandse Zaken Voorzieningenstelsel 2018 buiten de omvang van het geding valt. Ook is daar al verwezen naar artikel 2 van de Regeling mandaat, volmacht en machtiging BZ 2017 waar is bepaald dat de PSGBZ een algemeen mandaat, volmacht en machtiging heeft voor al hetgeen het ministerie van Buitenlandse Zaken (BZ) betreft.
Beslissing
- bepaalt dat verweerder zo spoedig mogelijk, doch uiterlijk binnen twee weken na verzending van deze tussenuitspraak, kenbaar maakt of gebruik wordt gemaakt van de gelegenheid om het door de rechtbank geconstateerde gebrek te herstellen;
- stelt verweerder, indien hij hiervan gebruik maakt, in de gelegenheid om binnen zes weken na verzending van deze tussenuitspraak het door de rechtbank geconstateerde gebrek te herstellen;
- stelt eiser in de gelegenheid binnen vier weken te reageren op de herstelpoging;
- houdt iedere verdere beslissing aan.
4. Bij ministeriële regeling kunnen nadere regels worden gesteld betreffende de aanwijzing, de bewoning en het gebruik van dienstwoningen.
2. De bewonder draagt gedurende de bewoning zorg voor kleine en dagelijkse reparaties en ingrepen tot behoud van de dienstwoning en ter voorkoming van vervolgschade, onder meer omvattend:
[…]
l. het in onderling overleg met derden schoonhouden van voor gemeenschappelijk gebruik met die anderen bestemde trappen, portalen, liften, fietsen- of andere stallingen en dergelijke. De uit de onderhoudsplicht voortvloeiende kosten zijn voor rekening van betrokkene.
[…]
2. Voor rekening van de bewoner komen, ongeacht de bepalingen van de huurovereenkomst;
a. de exploitatie- en abonnementskosten van een kabel-televisie, een centraal antennesysteem en een telefoon;
b. de kosten van het ophalen en verwerken van huisvuil, rioleringsrechten en milieuheffingen.
[…]