Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de meervoudige kamer van 9 november 2021 in de zaak tussen
Stichting Inlichtingenbureau, te Utrecht, eiseres
[derde-partij], te [woonplaats] (hierna: de werkneemster),
Rechtbank Den Haag
In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 9 november 2021, staat de loondoorbetalingsverplichting van een werkgever centraal. Eiseres, Stichting Inlichtingenbureau, heeft een beroep ingesteld tegen een besluit van de Raad van bestuur van het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen, waarin werd gesteld dat eiseres niet heeft voldaan aan haar re-integratieverplichtingen. De werkneemster had zich op 25 november 2016 arbeidsongeschikt gemeld na een hersenletsel door een fietsongeval. Eiseres had re-integratieactiviteiten opgezet, maar de rechtbank oordeelt dat de door de bedrijfsarts vastgestelde urenbeperking van 10 uur per week in de praktijk niet is gerealiseerd. De rechtbank concludeert dat het tempo van de urenopbouw te traag is geweest om als tijdcontingent te kunnen worden aangemerkt. Het bestreden besluit is onvoldoende gemotiveerd, maar de rechtbank laat de rechtsgevolgen in stand, omdat de conclusie dat eiseres niet heeft voldaan aan haar re-integratieverplichtingen overeind blijft. De rechtbank verklaart het beroep gegrond, vernietigt het bestreden besluit, maar laat de rechtsgevolgen in stand. Eiseres heeft geen recht op schadevergoeding, omdat de rechtbank oordeelt dat de gemaakte kosten niet voor vergoeding in aanmerking komen. De proceskosten worden wel vergoed.