Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.NEDERLANDSE VERENIGING van COMMERCIELE RADIO,
RADIO 538 B.V.,
SKY RADIO NEDERLAND B.V.,
RADIO VERONICA 103 FM B.V.,
RADIO 10 B.V.,
Q-MUSIC NEDERLAND B.V.,
RADIOCORP B.V.,
SLAM! FM B.V.,
CLASSIC FM VOF,
CLASSIC FM B.V.,
MUSIC COUNTRY B.V.,
1. De procedure
‘A new benchmark for the valuation of sound recordings’(hierna: het IFPI-rapport).
‘Overview’van het IFPI-rapport staat voorts het volgende:
3.Het geschil
in conventie en in reconventie
simulcasting [3] ;
simulcasting,
(primair en subsidiair)dat de rechtbank daarbij het volgende bepaalt:
streamingdaaronder begrepen) waarin de beschermde werken (waaronder werken die sedert 2010 uit hoofde van het WPPT [4] bescherming genieten) ten gehore worden gebracht, alle op dezelfde wijze aan dergelijke uitzendingen gerelateerde barterinkomsten, commissie-inkomsten, en sponsorinkomsten, en alle andere op geld waardeerbare aan dergelijke uitzendingen gerelateerde inkomsten, hoe ook genaamd, en
A new benchmark for the valuation of sound recordings(hierna: het IFPI-rapport). Uit dat rapport, waarin een vergelijking wordt gemaakt met de tarieven die streaming-diensten betalen, zou blijken dat (wereldwijd) het tarief voor muziekuitzendingen zelfs 16,3% van de omzet zou moeten zijn, waar Sena met haar primaire vordering dus onder blijft.
simulcast-en DAB [7] -verspreiding. Ter onderbouwing van haar stellingen en in reactie op de stellingen en rapportages die Sena in het geding heeft gebracht, heeft VCR een drietal rapportages van PricewaterhouseCoopers Advisory N.V. overgelegd, waarvan het eerste dateert van 2 oktober 2017 (hierna: PwC-I, PwC-II en PwC-III).
4.Inleiding
simulcastinguitzenden van Amerikaanse fonogrammen. Ten slotte zijn partijen het ook niet eens over de ingangsdatum van de opnieuw vast te stellen tarieven voor de bepaling van de hoogte van de billijke vergoeding.
5.Procedurele aspecten
simulcasting) maar hoger dan het subsidiair gevorderde (5% en 6,7% voor zover het gaat om inkomsten uit
simulcasting) of lager dan het subsidiair gevorderde maar hoger dan het in reconventie gevorderde (1,5%). Volgens VCR komt dat neer op een eiswijziging waartegen zij bezwaar maakt.
nietbepaald moet worden.
artikelen 15c,
16cen
16h van de Auteurswetbedoelde vergoedingen.
6.Het vaststellen van een billijke vergoeding
‘actual audience’);
willing buyeren een
willing seller(dat is wat de opstellers van het hiervoor reeds besproken IFPI-rapport zouden hebben gedaan). Het betoog van Sena dat zij geen mogelijkheden heeft om een verbodsactie in te stellen zolang de betalingsplichtigen iets in handen hebben waarmee zij onderbouwen dat sprake is van een billijke vergoeding, zodat de betalingsplichtigen nauwelijks risico lopen en Sena zich genoodzaakt ziet lagere tarieven te accepteren, doet daar niet aan af. Uitgangspunt is immers dat partijen dienen te zoeken naar een evenwicht tussen de belangen van de rechthebbenden om een vergoeding te ontvangen enerzijds en die van de derden om fonogrammen uit te kunnen zenden anderzijds. Dat komt ook tot uiting in de factoren die de geschillencommissie bij haar advies betrekt, waaronder de factor ‘zelfreguleringspraktijk’. In een vrije markt is dat niet het uitgangspunt, zodat daarmee niet zonder meer kan worden vergeleken. In hoeverre de NVCR-leden feitelijk een machtspositie hebben of dat, zoals VCR betoogt, juist Sena een monopolie-positie heeft, laat de rechtbank onbesproken omdat wat de uitkomst daar ook van zij, dat niet afdoet aan het kader dat partijen met elkaars belangen rekening dienen te houden.
dance events. Bovendien is deze alternatieve benadering door Sena onjuist en onbillijk omdat niet alle inkomsten die verband houden met het uitgezonden radioprogramma daadwerkelijk de economische waarde van de muziek weerspiegelen. Sena gaat er ten onrechte vanuit dat de waarde van het radioprogramma alleen toe te rekenen is aan de muziek. Ook neemt Sena ten onrechte alle soorten inkomsten van een radiostation mee in de berekening van de economische waarde van de muziek, zoals bijvoorbeeld inkomsten uit
streaming. Verder kleven aan de vergelijking met de cijfers van Cumulus significante tekortkomingen, in de eerste plaats al doordat Cumulus helemaal geen met de NVCR-leden vergelijkbaar radiobedrijf is.
willing buyer, willing sellerdat in zowel Nederlandse als internationale rechtspraak al meerdere malen verworpen is.
streaming platformseen goede benchmark kunnen vormen om de economische waarde van muziek in radio-uitzendingen in Australië te bepalen en niet met het oog op de in Nederland vast te stellen billijke vergoeding die de commerciële radiostations aan Sena dienen te betalen. De opstellers van het rapport maken voorbehouden met betrekking tot de juistheid van de informatie die zij in het rapport hebben verwerkt en voorts wordt nadrukkelijk aangegeven dat het rapport niet beoogt om de billijke vergoeding in een specifiek geval te bepalen omdat rekening moet worden gehouden met lokale feiten en omstandigheden (vgl. 2.7.). Daarmee is het rapport als zodanig in ieder geval geen voldoende onderbouwing van de primaire vordering. Of de vergelijking met streaming, die in het rapport wordt gemaakt, terecht is, komt hierna aan de orde.
Apple Musicaan de artiesten en platenmaatschappijen betalen en die kennelijk substantieel hoger ligt dan de tarieven die de NVCR-leden thans betalen. In het IFPI-rapport wordt een vergelijking gemaakt met die vergoedingen. VCR betoogt met een verwijzing naar PwC-II dat de aard van streamingdiensten niet vergelijkbaar is met die van commerciële radiostations; streamingdiensten nemen deels de plek in van CD-verkoop. Streamingdiensten zijn voorts niet afhankelijk van reclame-inkomsten omdat zij een abonnementsvergoeding ontvangen van de consument. In KPMG-III wordt echter namens Sena uiteengezet dat voor die verschillen kan worden gecorrigeerd en dat dat ook in het IFPI-rapport is gebeurd. In PWC-III wordt daar namens VCR weer op gereageerd, welke reactie door Sena vervolgens weer is betwist.
package deal, en ter bepaling van wat Sena en SublimeFM kennelijk een billijke vergoeding vonden, moet de vergoeding die SublimeFM ontvangt op basis van de sponsorovereenkomst dus worden afgetrokken van de vergoeding die SublimeFM betaalt op basis van de overeenkomst inzake naburige rechten.
simulcasting. Nu VCR in haar akte uitlating producties niets meer heeft opgemerkt ten aanzien van deze overeenkomst, de gestelde opzegging ervan niet is betwist en uit de overeenkomst blijkt dat sprake was van een
‘lumpsum’, is de rechtbank van oordeel dat deze overeenkomst niet bij de beoordeling van de billijke vergoeding hoeft te worden betrokken.
simulcastingen zij hebben zelfs via de FM een bereik dat kan oplopen tot 17%. Ook wat marktaandeel betreft is er geen principieel verschil tussen de landelijke en niet-landelijke stations.
lumpsumbepaalde billijke vergoeding zijn om te rekenen naar een radio-tarief dat aanzienlijk hoger ligt dan de NVCR-leden momenteel aan Sena betalen en aansluit bij het in deze procedure gevorderde tarief
.In reactie op deze berekening heeft VCR bij akte aangegeven waarom de berekening van Sena niet juist is en dat uit de overeenkomst juist blijkt dat het radio-tarief voor de landelijke publieke omroep neerkomt op ongeveer 1,5%.
lumpsumnaar percentage van de inkomsten. De rechtbank laat het in deze stand van de procedure aan de geschillencommissie of zij deze overeenkomsten in haar advies wil betrekken. Als de geschillencommissie dat doet, dan wordt zij verzocht in te gaan op hetgeen partijen hierover in hun aktes naar voren hebben gebracht. Als zij dat niet doet, wordt de geschillencommissie verzocht aan te geven waarom zij deze buiten beschouwing laat.
dance eventsheeft vastgesteld op 1,5% van de recette [20] en dat uit de website van Sena blijkt dat zij dit tarief vanaf 1 januari 2014 hanteert voor
dance events. VCR wijst er op dat de rechtbank overweegt dat een tarief van 1,5% van de recette aansluit bij de hoogte van de vergoeding die commerciële radiostations betalen (volgens de rechtbank in die zaak, waar VCR geen partij was, 4,3% tot 1,6% van de totale inkomsten). Volgens VCR laat het tarief inkomsten uit bijvoorbeeld reclame, sponsoring en horeca buiten beschouwing, zodat het percentage dat
dance eventsaan Sena afdragen berekend van de totale commerciële inkomsten aanzienlijk lager zal liggen dan 1,5%. Gelet op de overwegingen van de rechtbank in de zaak tegen de organisatoren van
dance eventsmet betrekking tot de vergelijkbaarheid van commerciële radio en
dance eventsen de overeenstemmingen in muziekgebruik, dient op grond van het non-discriminatiebeginsel voor commerciële radio geen hoger tarief te gelden.
dance eventsvolgens Sena niet te vergelijken met de tarieven voor de openbaarmakingen bij de VCR-radiostations. Daartoe wijst Sena er onder meer op dat radiostations over het algemeen continu muziek aanbieden, terwijl dance events tijdelijk van aard zijn en hebben radiostations – althans de stations van NVCR-leden – een landelijk bereik, in tegenstelling tot dance events waar sprake is van de meest uiteenlopende bezoekersaantallen (enkele honderden tot maximaal tienduizenden).
dancetot de meest populaire muziekgenres in Nederland en kunnen dance evenementen financieel gezien wedijveren met commerciële radio.
dance eventsen de commerciële radio in beginsel met elkaar vergeleken kunnen worden. De argumenten die Sena aanvoert lopen namelijk stuk op de omstandigheid dat de door haar genoemde verschillen reeds worden verdisconteerd doordat wordt uitgegaan van een percentage van de inkomsten. Dat wil niet zeggen dat de vergelijking moet leiden tot exact dezelfde tarieven, want de verschillen kunnen een onderscheid rechtvaardigen. Overigens is de rechtbank ambtshalve bekend met het eindarrest in deze zaak [21] waarbij – na advies van de geschillencommissie – het vonnis van de rechtbank is vernietigd en een afwijkend tarief is vastgesteld. De geschillencommissie zal worden gevraagd een en ander bij haar advies te betrekken en aan te geven of er verschillen zijn die een onderscheid rechtvaardigen en zo ja, wat dat voor het in deze zaak vast te stellen billijk tarief betekent.
7.Vergoeding verschuldigd voor Amerikaans repertoire?
simulcastinguitgezonden Amerikaanse fonogrammen een billijke vergoeding verschuldigd is en of daarvoor een separaat tarief gerechtvaardigd is, zoals Sena heeft gevorderd, omdat voor de verspreiding via
simulcastsook Amerikaanse rechthebbenden gecompenseerd moeten worden. In deze procedure is tot dusverre niet in geschil dat die vergoeding niet verschuldigd is voor zover de muziek via de FM wordt uitgezonden (analoog).
8.Inkomstenbegrip
streamingdaaronder begrepen) waarin de beschermde werken ten gehore worden gebracht, alle op dezelfde wijze aan dergelijke uitzendingen gerelateerde barterinkomsten, commissie-inkomsten en sponsorinkomsten, en alle andere op geld waardeerbare aan dergelijke uitzendingen gerelateerde inkomsten.
simulcastingin het verleden wel werden meegenomen de inkomsten uit reclameblokken (om de praktische reden dat in de luisteronderzoeken alleen het totaal aantal luisteraars werd gemeten en dus niet werd gekeken naar het aandeel online-luisteraars), maar dat de inkomsten uit de uitsluitend online getoonde
buttonsen
banners(een vorm van reclame) niet werden meegenomen. Voorts heeft VCR aangegeven dat ongeveer 90% van de
barter-overeenkomsten zogenaamde “
similar barters” zijn die in het verleden niet zijn meegenomen bij de opgave van de inkomsten, aangezien die moeilijk op een bedrag kunnen worden gewaardeerd. Nu Sena dit niet heeft weersproken, gaat de rechtbank uit van de juistheid hiervan.
9.Diverse aspecten tarieven
playlists;