Uitspraak
Rechtbank den haag
1.De procedure
2.De feiten
”Hoewel uit het ambtsbericht en de rapporten blijkt dat inderdaad zorgen bestaan over de detentieomstandigheden en er ruimte is voor verbetering, kan uitlevering alleen worden geweigerd wanneer sprake is van een reëel risico dat de verplichtingen van artikel 3 EVRM tegenover de opgeëiste persoon zullen worden geschonden. Uit het CPT-rapport van 2013 volgt onder meer dat detentieomstandigheden worden verbeterd en faciliteiten worden aangepast en dat een aantal van de door de CPT bezochte detentiefaciliteiten ook daadwerkelijk zijn verbeterd. Daarmee kan niet in het algemeen worden gesteld dat alle detentiefaciliteiten niet zouden voldoen aan de standaarden van het EVRM. Dat al bekend zou zijn waar de opgeëiste persoon gedetineerd zal worden, is de Minister niet gebleken uit de door Rusland bij het verzoek tot uitlevering overgelegde stukken. De door de raadsvrouw genoemde penitentiaire inrichting wordt alleen genoemd in de beslissing om de schorsing van de voorlopige hechtenis in drie maanden detentie om te zetten, omdat de opgeëiste persoon de voorwaarden niet naleefde. Hieruit volgt niet dat de opgeëiste persoon daar na uitlevering zal worden gedetineerd. Bovendien is het CPT-rapport van 2001 inmiddels van twintig jaren geleden en zijn er, zo blijkt uit het CPT-rapport van 2013, verbeteringen en aanpassingen doorgevoerd in de Russische detentiefaciliteiten. Ook het CPT-rapport van 2001 beschrijft dat bepaalde gebreken in de betreffende inrichting binnen korte tijd waren aangepast. Ook wordt daar benoemd dat de vrouwenafdeling van de betreffende inrichting betere omstandigheden kent. Ten aanzien van het aangevoerde argument over het gevangenentransport, is onvoldoende onderbouwd dat dit ook daadwerkelijk van toepassing is op de opgeëiste persoon. De Minister is dan ook van oordeel dat de door de raadsvrouw aangevoerde argumenten te algemeen zijn. De argumenten kunnen niet leiden tot de conclusie dat de opgeëiste persoon een reëel risico loopt op schending van artikel 3 EVRM”.
3.Het geschil
- gedaagde te verbieden om eiseres aan Rusland uit te leveren zolang er door de verantwoordelijke autoriteiten geen bindende, concrete en persoonlijke garanties zijn verstrekt die ertoe strekken dat een schending van de artikelen 2, 3, 6 en 7 van het Europees verdrag voor de Rechten van de Mens en de fundamentele vrijheden (EVRM), artikel 10 van de Uitleveringswet en artikel 3 van het Europees Verdrag betreffende Uitlevering (EUV) wordt voorkomen, waaronder in elk geval is begrepen een garantie dat i) eiseres in geval van detentie minimaal 4 m2 voor zichzelf beschikbaar zal hebben, alsmede dat de sanitaire voorzieningen privé te gebruiken zijn en voldoen aan de vereisten ex artikel 3 EVRM, ii) eiseres niet per trein zal worden vervoerd tijdens haar (voor)arrest en iii) gedaagde in staat wordt gesteld actief te monitoren in welke mate Rusland de mensenrechten van eiseres respecteert door onder andere de zittingen bij te kunnen wonen en eiseres in detentie te kunnen bezoeken en vertrouwelijk met haar te kunnen overleggen;
- gedaagde te verplichten actief te monitoren of Rusland de mensenrechten van eiseres respecteert;
4.De beoordeling van het geschil
“mere possibility of ill-treatment on account of an unsettled situation in the requesting country does not in itself give rise to a breach of Article 3”(EHRM 18 september 2012, zaak 17455 / 11 Umirov-Russia). Indien echter acht wordt geslagen op voormelde informatie kan niet worden volgehouden dat daar sprake van is. Mishandeling is niet alleen mogelijk, hiervan is blijkens voormelde informatie,
stelselmatigsprake, foltering en andere vormen van mishandeling zijn
wijdverspreiden fysieke mishandeling en seksuele mishandeling zijn
systemisch. Dat maakt naar het oordeel van de voorzieningenrechter dat niet anders kan worden geconcludeerd dan dat er gegronde redenen zijn om aan te nemen dat eiseres in geval van uitlevering een reëel gevaar loopt te worden onderworpen aan foltering of aan een onmenselijke of vernederende behandeling of bestraffing.
Amnesty International bericht over de omstandigheden tijdens de gevangenentransporten per trein. Zeer geregeld komen martelingen en andere mensonterende behandelingen voor, evenals tijdelijke verdwijningen”). De door gedaagde nader overgelegde door Rusland afgegeven garantie houdt enkel in dat eiseres per vliegtuig zal worden vervoerd naar de regio waar haar berechting zal plaatsvinden. Dat dit het enige moment is dat eiseres zal worden vervoerd, acht de voorzieningenrechter echter niet aannemelijk. De voorzieningenrechter acht ook van belang het tijdsverloop sinds 2008, toen dit toezichtsysteem in het leven is geroepen. Dat heeft er niet toe geleid dat in 2020 en 2021 op andere wijze is gerapporteerd dan op de wijze zoals hiervoor geciteerd.