ECLI:NL:RBDHA:2021:11585
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Asielaanvraag en interstatelijk vertrouwensbeginsel in het kader van de Dublinverordening
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 oktober 2021 uitspraak gedaan in een asielprocedure waarbij eiseres, een Ugandese vrouw, haar asielaanvraag niet in behandeling genomen zag door de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had eerder in 2016 asiel aangevraagd, maar deze aanvraag was niet in behandeling genomen omdat Italië op grond van de Dublinverordening verantwoordelijk werd geacht voor de behandeling van haar aanvraag. Eiseres heeft in 2017 een asielaanvraag in Italië ingediend, maar is in juni 2018 naar Nederland teruggekeerd. De rechtbank heeft het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat verweerder zich op het interstatelijk vertrouwensbeginsel mocht baseren, wat inhoudt dat Italië zijn internationale verplichtingen zal nakomen. Eiseres heeft niet kunnen aantonen dat de situatie in Italië zodanig is veranderd dat dit beginsel niet meer van toepassing is. De rechtbank heeft vastgesteld dat de door eiseres aangehaalde bronnen over de situatie in Italië niet wezenlijk afwijken van eerdere rechtspraak en dat er geen reden is om aan te nemen dat Italië niet in staat is om haar asielaanvraag op een humane manier te behandelen. De rechtbank heeft ook geoordeeld dat er geen aanleiding was om de aanvraag op grond van artikel 17 van de Dublinverordening aan zich te trekken, omdat er geen bewijs was dat de asielprocedure in Italië te lang duurde. De uitspraak is openbaar gemaakt en er kan binnen een week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.