Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam eiser] , eiser
de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 18 oktober 2021 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijk beroep van eiser tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had eerder meerdere beroepen ingesteld tegen een vrijheidsbenemende maatregel, maar trok deze in, waardoor het laatste beroep als eerste beroep werd gekwalificeerd. De rechtbank oordeelde dat verweerder niet verplicht was om de rechtbank in kennis te stellen van de inbewaringstelling, omdat eiser had afgezien van een rechterlijke beoordeling van de rechtmatigheid van de maatregel. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en wees ook het verzoek om schadevergoeding af. Eiser had aangevoerd dat verweerder te laat had gehandeld, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder voldoende voortvarend had gewerkt aan de verwijdering van eiser. De rechtbank concludeerde dat de vertraging in de uitzettingsprocedure voor rekening van eiser kwam, omdat hij niet voldoende had meegewerkt aan zijn uitzetting. De uitspraak werd gedaan door mr. A.P. Hameete, rechter, in aanwezigheid van mr. D.J. Bes, griffier.