ECLI:NL:RBDHA:2021:11242
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Besluit tot invordering van verbeurde dwangsom wegens niet-naleving van last onder dwangsom
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 8 oktober 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiser, eigenaar van twee percelen in [plaats], en het college van burgemeester en wethouders van Kaag en Braassem. Eiser had een last onder dwangsom opgelegd gekregen van € 75.000,- vanwege het niet voldoen aan de opgelegde last om overtredingen van de Woningwet te beëindigen. Eiser heeft tegen het besluit tot invordering van de verbeurde dwangsom beroep ingesteld, maar de rechtbank oordeelde dat de gronden die eiser aanvoerde, zoals onduidelijkheid van de last en strijd met het gelijkheidsbeginsel, niet in deze procedure konden worden behandeld. De rechtbank benadrukte dat de besluiten tot het opleggen van de last onder dwangsom in rechte onaantastbaar zijn en dat eiser de beroepsgronden in de eerdere procedure had moeten aanvoeren.
De rechtbank concludeerde dat er geen bijzondere omstandigheden waren die aanleiding gaven om van invordering af te zien. Eiser had niet aangetoond dat hij de dwangsom niet kon betalen en had bovendien verklaard dat hij de dwangsom al had betaald. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en bevestigde de rechtmatigheid van het invorderingsbesluit van de verbeurde dwangsom.