In deze zaak heeft eiser op 18 juni 2020 een asielaanvraag ingediend. Na het indienen van een ingebrekestelling op 19 juli 2021, heeft eiser op 6 augustus 2021 beroep ingesteld tegen het niet tijdig nemen van een besluit op zijn aanvraag. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Tijdelijke wet opschorting dwangsommen IND op 11 juli 2020 in werking is getreden, waardoor het niet meer mogelijk was om dwangsommen te verbeuren of beroepen tegen het niet tijdig beslissen in te dienen. De rechtbank heeft geoordeeld dat, ondanks de opschorting van de dwangsomregeling, eiser recht heeft op een beslissing op zijn asielaanvraag. De rechtbank heeft het beroep gegrond verklaard en het niet tijdig nemen van een besluit vernietigd, omdat de beslistermijn op 19 december 2020 was overschreden en er tot op heden geen beslissing was genomen. De rechtbank heeft verweerder een termijn van zestien weken gegeven om alsnog een besluit te nemen op de asielaanvraag. Tevens is verweerder veroordeeld in de proceskosten van eiser tot een bedrag van € 374,-.