ECLI:NL:RBDHA:2021:10351
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering WIA-uitkering en beoordeling arbeidsongeschiktheid
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 24 september 2021 uitspraak gedaan in een geschil tussen eiseres, vertegenwoordigd door haar gemachtigde mr. N.M. Fakiri, en de Raad van Bestuur van het Uitvoeringsinstituut Werknemersverzekeringen (Uwv), vertegenwoordigd door A.M. Snijders. Eiseres had een WIA-uitkering aangevraagd, maar het Uwv had bepaald dat zij per 29 november 2018 geen recht had op deze uitkering, omdat zij minder dan 35% arbeidsongeschikt werd geacht. Eiseres heeft hiertegen bezwaar gemaakt, maar het Uwv handhaafde zijn besluit. Eiseres heeft vervolgens beroep ingesteld bij de rechtbank.
De rechtbank heeft het procesverloop en de medische rapportages van de verzekeringsartsen beoordeeld. Eiseres heeft aangevoerd dat er onvoldoende rekening is gehouden met haar mentale capaciteiten en dat de verzekeringsarts geen beperkingen heeft aangenomen in de Functionele Mogelijkhedenlijst (FML). De rechtbank heeft vastgesteld dat de verzekeringsartsen zorgvuldig te werk zijn gegaan en dat de rapportages geen tegenstrijdigheden bevatten. De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsarts b&b de belastbaarheid van eiseres correct had ingeschat en dat de geduide functies voor eiseres geschikt waren.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep van eiseres ongegrond verklaard, omdat zij van mening was dat de verzekeringsartsen voldoende rekening hadden gehouden met de beperkingen van eiseres en dat de conclusie dat zij meer dan 65% van het voor haar geldende maatmanloon kon verdienen, juist was. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien om een deskundige te benoemen, zoals door eiseres was verzocht, en heeft geen proceskostenveroordeling opgelegd.