Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Georgische vreemdeling. De vreemdeling, eiser, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij hem op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000 (Vw) de maatregel van bewaring was opgelegd. Eiser stelde dat er onvoldoende gronden waren voor deze maatregel, aangezien hij geen visumplicht had vanuit Georgië en hij zich niet in Nederland, maar in Frankrijk had ontdaan van zijn reisdocumenten. Tijdens de zitting op 27 juli 2020 werd eiser bijgestaan door een waarnemer van zijn gemachtigde en was er een tolk aanwezig. De rechtbank overwoog dat de gronden voor de bewaring niet voldoende waren onderbouwd door verweerder, maar dat er wel andere gronden waren die de maatregel rechtvaardigden. De rechtbank concludeerde dat de maatregel van bewaring terecht was opgelegd, omdat eiser zich niet aan de Vreemdelingenwetgeving had gehouden en er geen andere afdoende, minder dwingende maatregelen beschikbaar waren. Het beroep van eiser werd ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding werd afgewezen. De uitspraak werd niet op een openbare zitting gedaan vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden uitgesproken zodra dat weer mogelijk is.