Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 juli 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een eiseres van Mongoolse nationaliteit. De eiseres, die in bewaring was gesteld op 17 juli 2020, heeft beroep ingesteld tegen het besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid om haar in bewaring te stellen. Tijdens de zitting op 27 juli 2020 heeft de eiseres, bijgestaan door haar gemachtigde mr. C. Chen, haar bezorgdheid geuit over de voortvarendheid van de verweerder in het kader van haar overdracht naar Duitsland, die gepland stond voor 5 augustus 2020. De eiseres stelde dat de COVID-19-situatie de kans op een succesvolle overdracht in gevaar bracht.
De rechtbank heeft overwogen dat de eiseres de gronden van de maatregel niet heeft bestreden en dat er geen aanleiding is om te twijfelen aan de voortvarendheid van de verweerder. De rechtbank heeft vastgesteld dat er voldoende stappen zijn ondernomen door de verweerder, waaronder het aanvragen van een vlucht naar Duitsland. De rechtbank heeft ook opgemerkt dat de eiseres niet in het bezit is van een geldig paspoort en dat eerdere pogingen tot overdracht zijn mislukt omdat zij zich had onttrokken aan de procedure.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door mr. D. Verduijn, rechter, in aanwezigheid van mr. P. Bruins, griffier. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege de coronamaatregelen, maar zal alsnog openbaar worden gemaakt zodra dat weer mogelijk is.