In deze uitspraak van de Rechtbank Den Haag op 16 juli 2020, met zaaknummers SGR 19/6123 en SGR 19/7646, is de eiseres, die sinds 2015 een remigratie-uitkering ontving, in beroep gegaan tegen besluiten van de Sociale Verzekeringsbank (Svb) die haar aanvragen om kinderbijslag afwezen. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiseres op de peildata van het eerste, tweede en derde kwartaal van 2019 geen ingezetene van Nederland was, en daarom niet verzekerd was voor de Algemene Kinderbijslagwet (AKW). De rechtbank heeft de feiten en omstandigheden van de zaak beoordeeld, waaronder de terugkeer van eiseres naar Nederland en haar woonsituatie. Eiseres had sinds 27 december 2018 weer in Nederland gewoond, maar de rechtbank oordeelde dat zij onvoldoende bewijs had geleverd voor een duurzame band van persoonlijke aard met Nederland. De rechtbank concludeerde dat de banden van eiseres met Nederland verbroken waren na haar vertrek in 2015 en dat haar huidige situatie niet voldeed aan de eisen voor ingezetenschap onder de AKW. De beroepen zijn ongegrond verklaard, en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is niet openbaar uitgesproken vanwege coronamaatregelen, maar zal later worden gepubliceerd.