ECLI:NL:RBDHA:2020:8030

Rechtbank Den Haag

Datum uitspraak
19 augustus 2020
Publicatiedatum
21 augustus 2020
Zaaknummer
C/09/585043 / HA ZA 19-1271
Instantie
Rechtbank Den Haag
Type
Uitspraak
Rechtsgebied
Civiel recht; Burgerlijk procesrecht
Procedures
  • Tussenuitspraak
Rechters
Vindplaatsen
  • Rechtspraak.nl
AI samenvatting door LexboostAutomatisch gegenereerd

Bevoegdheidsincident tussen een in de V.S. gevestigde vennootschap en Venezolaanse vennootschappen met betrekking tot arbitrageclausule

In deze tussenuitspraak van de Rechtbank Den Haag, gedateerd 19 augustus 2020, wordt een bevoegdheidsincident behandeld in een civiele procedure tussen IGS Technologies & Services, LLC, een in de Verenigde Staten gevestigde vennootschap, en Bariven S.A. en Petróleos de Venezuela S.A. (PDVSA), beide gevestigd in Venezuela. IGS vordert betaling van openstaande facturen van Bariven, die onbetaald zijn gelaten, en beroept zich op de rechtsmacht van de Nederlandse rechter op basis van artikel 767 van het Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering (Rv). Bariven en PDVSA stellen dat de Nederlandse rechter geen rechtsmacht heeft, omdat er een arbitrageclausule is opgenomen in de algemene voorwaarden van Bariven, die verwijst naar arbitrage onder de regels van het ICC in Den Haag.

De rechtbank onderzoekt of de arbitrageovereenkomst geldig is, met name of Bariven de vereiste toestemming heeft verkregen van de Venezolaanse overheid om een arbitrageovereenkomst aan te gaan, zoals vereist door de Venezolaanse wetgeving. De rechtbank concludeert dat Bariven deze toestemming niet heeft verkregen, waardoor het beroep op de arbitrageclausule niet kan slagen. Hierdoor komt de rechtbank tot de conclusie dat zij rechtsmacht heeft om de vorderingen van IGS te behandelen. De rechtbank wijst het gevorderde af in het incident, maar houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis in de hoofdzaak.

Uitspraak

vonnis

RECHTBANK DEN HAAG

Team handel
zaaknummer / rolnummer: C/09/585043 / HA ZA 19-1271
Vonnis in incident van 19 augustus 2020
in de zaak van
de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
IGS TECHNOLOGIES & SERVICES, LLC, te Miami, Verenigde Staten van Amerika,
eiseres in de hoofdzaak,
verweerster in het incident,
advocaat mr. V.R. Pool te Rotterdam,
tegen
1. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
BARIVEN S.A., te Caracas, Venezuela,
2. de rechtspersoon naar het recht van de plaats van haar vestiging
PETROLEOS DE VENEZUELA S.A., te Caracas, Venezuela,
gedaagden in de hoofdzaak,
eiseressen in het incident,
advocaat mr. M. Deckers te Amsterdam.
Partijen zullen hierna IGS, Bariven en PDVSA genoemd worden. Met Bariven c.s. worden gedaagden in de hoofdzaak/eieressen in het incident gezamenlijk aangeduid.

1.De procedure

1.1.
Het verloop van de procedure blijkt uit:
  • de dagvaarding van 29 augustus 2019, met producties;
  • de incidentele conclusie tot onbevoegdheid tevens tot voorwaardelijke aanhouding, met producties;
  • de conclusie van antwoord in het incident tot onbevoegdheid tevens tot voorwaardelijke aanhouding, met producties;
  • de e-mail van 6 april 2020, waarin de rechtbank partijen heeft bericht dat in verband met de beperkende maatregelen als gevolg van het Covid-19 virus het pleidooi in het incident schriftelijk zal plaatsvinden;
  • de pleitaantekeningen in incident tot onbevoegdheid tevens tot voorwaardelijke aanhouding van Bariven c.s., met producties;
  • de pleitnotities voor het schriftelijk pleidooi in het incident tot onbevoegdheid tevens tot voorwaardelijke aanhouding van IGS, met producties.
1.2.
Ten slotte is een datum voor vonnis bepaald in het incident.

2.De feiten in het incident

2.1.
IGS exploiteert een internationaal opererende handelsonderneming. Zij is gespecialiseerd in materialen voor onder meer de olie- en gasindustrie, alsmede de constructie-/bouwindustrie.
2.2.
PDVSA is de Venezolaanse staatsoliemaatschappij. Zij is de moedermaatschappij van diverse werkmaatschappijen, die zich bezig houden met het onderzoek naar, het uit de grond halen van, het transporteren van, de opslag en de verkoop van ruwe olie en hydrocarbons.
2.3.
PDVSA is enig aandeelhouder van haar werkmaatschappij Bariven. Bariven houdt zich bezig met de inkoop van materialen, apparatuur en diensten die nodig zijn voor de olie- en gaswinning.
2.4.
Tussen 2014 en 2016 heeft IGS heeft diverse onderdelen en materialen ten behoeve van de exploratie en exploitatie van olievelden geleverd aan Bariven.
2.5.
IGS heeft voor deze leveringen gecontracteerd met Bariven, na het doorlopen van een standaard
procurementproces waarbij (onder meer) IGS door middel van een
Request for Quotationis uitgenodigd om een aanbod te doen. In de
Requests for Quotationzijn onder meer “
Bidding general conditions” opgenomen die, voor zover thans van belang, als volgt luiden:
“PVDSA SERVICES, BV
TERMS AND CONDITIONS FOR GOODS PURCHASES
REVISION 08-2009
1. DEFINITIONS
“Order” means any purchase order issued to Vendor by Agent on behalf of Buyer. “Material” or “Materials” mean any materials part, item, machinery, equipment, article, service or task specifically requested by the Order. “Vendor” means the person, corporation, partnership or other entity to whom the Order is issued. “Buyer” means Bariven S.A., a corporation constituted and registered in accordance with the laws of the Republic of Venezuela, having its principal place of business located at Caracas, Venezuela, represented for the purpose of the Order, by its agent, PDVSA Services, B.V., hereinafter the “Agent”, registered in the Commercial Register of the Chamber of Commerce at The Hague, The Netherlands (Dossier No. 137672). (…) “Party” or “Parties” means either Vendor or Buyer or Vendor and Buyer, respectively.
(…)
27. ARBITRATION:
Any and all disputes, controversies and claims arising out of, involving, or relating to the Order shall be referred to, settled and finally resolved exclusively by arbitration under the rules of the ICC International Court of Arbitration (the “Rules”) by three arbitrators appointed in accordance with
the Rules. All procedural matters arising in connection with any arbitration shall be resolved in accordance with the Rules. The Party commencing the arbitration shall appoint one arbitrator and
the defendant Party shall appoint one arbitrator and a third arbitrator will be appointed by the two arbitrators appointed by the Parties, in accordance with the Rules. The existence of any dispute or the initiation or continuance of the arbitration proceedings shall not postpone, suspend or delay the
obligation of the Parties to perform or the performance by the Parties of their respective obligations pursuant to this Agreement. The payment of the costs and expenses of the arbitration will be determined by the arbitrators. The place of the arbitration shall be The Hague. The language used in the arbitral proceedings shall be English.”
2.6.
Telkens na aanvaarding van het aanbod van IGS heeft PDVSA Services B.V. (hierna: PDVSA Services) namens en voor rekening van Bariven een
Purchase Ordertoegezonden aan IGS
.
2.7.
De Purchase Orders bevatten de volgende gelijkluidende verwijzing naar algemene voorwaarden:
“This purchase order is issued by PDVSA Services, BV on behalf of, and for the account of Bariven, S.A. and is subject to the PDVSA Services BV Standard Terms and Conditions (Rev. 08-2009) for goods; or PDVSA Services, BV Standard Terms and Conditions (Revision 000-2009) for Services; hereinafter referred to as T&C’s, with the amendments and modifications as agreed upon between vendor and buyer. These T&C’s are an integral part of this purchase order, and are already in your possession. In the event that you do not have these T&C’s, please advise us. Acceptance of this purchase order signifies your acknowledgement, understanding and acceptance of said Terms and Conditions.”
2.8.
De door Bariven c.s. als productie 3 overgelegde “TERMS AND CONDITIONS FOR GOODS PURCHASES REVISION 08-2009”, met als naam van de gebruiker “Bariven S.A.” luiden, voor zover thans van belang, als volgt:
“1. DEFINITIONS:
“Order” means any purchase order issued to Vendor by Agent on behalf of Buyer. “Material” or “Materials” mean any materials part, item, machinery, equipment, article, service or task specifically requested by the Order. “Vendor” means the person, corporation, partnership or other entity to whom the Order is issued. “Buyer” means Bariven S.A., a corporation constituted and registered in accordance with the laws of the Republic of Venezuela, having its principal place of business located at Caracas, Venezuela, represented for the purpose of the Order, by its agent, PDVSA Services, B.V., hereinafter the “Agent”, registered in the Commercial Register of the Chamber of Commerce at The Hague, The Netherlands (Dossier No. 137672). (…) “Party” or “Parties” means either Vendor or Buyer or Vendor and Buyer, respectively.
(…)
27. ARBITRATION:
Any and all disputes, controversies and claims arising out of, involving, or relating to the Order shall be referred to, settled and finally resolved exclusively by arbitration under the rules of the ICC International Court of Arbitration (the “Rules”) by three arbitrators appointed in accordance with
the Rules. All procedural matters arising in connection with any arbitration shall be resolved in accordance with the Rules. The Party commencing the arbitration shall appoint one arbitrator and
the defendant Party shall appoint one arbitrator and a third arbitrator will be appointed by the two arbitrators appointed by the Parties, in accordance with the Rules. The existence of any dispute or the initiation or continuance of the arbitration proceedings shall not postpone, suspend or delay the
obligation of the Parties to perform or the performance by the Parties of their respective obligations pursuant to this Agreement. The payment of the costs and expenses of the arbitration will be determined by the arbitrators. The place of the arbitration shall be The Hague. The language used in the arbitral proceedings shall be English.”
2.9.
Bariven heeft de facturen van IGS voor de in 2.4 bedoelde leveringen tot een bedrag van USD 4.372.162 onbetaald gelaten.
2.10.
Op 19 juli 2019 heeft IGS, na hiertoe verkregen verlof van de voorzieningenrechter van deze rechtbank, tot zekerheid van haar vordering in de hoofdzaak:
- ten laste van Bariven conservatoir derdenbeslag gelegd onder PDVSA Services;
- ten laste van PDVSA conservatoir beslag gelegd op de aandelen die PDVSA houdt in het kapitaal van Propernyn B.V., gevestigd te Den Haag.
2.11.
Artikel 4 van de Venezolaanse
Commercial Arbitration Lawluidt (in de Engelse vertaling) – voor zover nu van belang – als volgt:
“Should one of the parties to an arbitration agreement be a corporation in which the Republic (…) hold a participation equal to or higher than fifty percent (50%) of its equity or a corporation in which the aforesaid persons hold a participation equal to or higher than fifty percent (50%) of its equity, to be valid, the agreement requires approval from the appropriate corporate entity and the written authorization from the respective Minister. (…)”

3.De hoofdzaak

3.1.
IGS vordert dat de rechtbank bij vonnis, uitvoerbaar bij voorraad,
I Bariven en PDVSA hoofdelijk, althans Bariven en/of PDVSA veroordeelt tot betaling aan IGS van de openstaande facturen ten bedrage van USD 5.186.174,70 vermeerderd met de rente van de datum van opeisbaarheid tot de datum van betaling;
II Bariven en PDVSA hoofdelijk, althans Bariven en/of PDVSA veroordeelt tot betaling aan IGS van de kosten van de gelegde beslagen ten bedrage van
€ 5.431,64, vermeerderd met de wettelijke rente;
III Bariven en PDVSA hoofdelijk, althans Bariven en/of PDVSA veroordeelt tot betaling aan IGS van de kosten van de juridische opinie van de Venezolaanse advocaat Bernardo Bentata ten bedrage van USD 5.250, vermeerderd met de wettelijke rente;
IV Bariven en PDVSA hoofdelijk, althans Bariven en/of PDVSA veroordeelt tot betaling aan IGS van de kosten van de vertalingen ten bedrage van USD 318,18 en PM, vermeerderd met de wettelijke rente;
V Bariven en PDVSA hoofdelijk, althans Bariven en/of PDVSA veroordeelt in de kosten van deze procedure, vermeerderd met de nakosten vermeerderd en de wettelijke rente.
3.2.
IGS stelt hiertoe, samengevat, dat Bariven in gebreke blijft met de betaling van de onder 2.9 bedoelde facturen van IGS voor de door haar aan Bariven verkochte en geleverde onderdelen en materialen en PDVSA is naar het toepasselijke Venezolaans recht als onderdeel van het PDVSA-concern naast Bariven hoofdelijk aansprakelijk voor de vordering van IGS op Bariven.

4.Het geschil in het incident

4.1.
Bariven c.s. vordert primair dat de rechtbank zich onbevoegd verklaart om kennis te nemen van de vorderingen van IGS en subsidiair dat de rechtbank de procedure aanhoudt totdat onherroepelijk is beslist in de arbitrageprocedure tussen IGS en Bariven.
4.2.
Bariven c.s. stelt hiertoe, samengevat, het volgende.
- op de rechtsverhouding tussen IGS en Bariven zijn de onder 2.8 bedoelde algemene voorwaarden van Bariven van toepassing, waarin een beding voor arbitrage door het ICC International Court of Arbitration (hierna: ICC) in opgenomen. De Nederlandse rechter komt dan ook op grond van artikel 8 lid 2 Rv [1] jo. 1022 Rv geen rechtsmacht toe;
- IGS kan haar vordering jegens PDVSA in Venezuela aanbrengen en daarmee een executoriale titel pogen te behalen;
- IGS moet eerst haar vordering jegens Bariven voorleggen aan het scheidsgerecht. Pas als die vordering wordt toegewezen en Bariven daaraan niet voldoet, kan worden toegekomen aan de vraag of IGS ook PDVSA kan aanspreken.
4.3.
IGS voert verweer.
4.4.
Op de stellingen van partijen wordt hierna, voor zover van belang, nader ingegaan.

5.De beoordeling in het incident

5.1.
In het incident moet worden beoordeeld of de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft ten aanzien van de vorderingen in de hoofdzaak. Er is geen verdrag dat of verordening die de rechtsmacht in deze zaak regelt. De rechtsmacht van de Nederlandse rechter dient dan ook te worden beoordeeld aan de hand van het commune Nederlandse bevoegdheidsrecht. Niet gesteld of gebleken is dat de Nederlandse rechter rechtsmacht heeft op grond van de artikelen 2 tot en met 9 Rv.
5.2.
IGS grondt de rechtsmacht op artikel 10 jo. artikel 767 Rv. Zij wijst op de onder 2.10 bedoelde beslagen en stelt dat er voor haar geen andere mogelijkheid is om een executoriale titel in Nederland te verkrijgen voor haar vorderingen. Afgezien daarvan is het voeren van een procedure in Venezuela thans feitelijk onmogelijk, althans IGS kan in Venezuela geen eerlijk proces voeren tegen Bariven c.s.
5.3.
Bij gebreke van een andere weg om een executoriale titel in Nederland te verkrijgen, kan de eis in de hoofdzaak worden ingesteld voor de rechtbank waarvan de voorzieningenrechter het verlof tot het gelegde of het tegen zekerheidstelling voorkomen of opgeheven beslag heeft verleend. Deze bepaling heeft ten doel rechtsmacht te scheppen voor de Nederlandse rechter in zaken waarin anders geen bevoegde rechter in Nederland zou zijn aangewezen, terwijl in Nederland voor de schuldeiser wel verhaalsmogelijkheden bestaan. [2]
in de zaak tegen Bariven
5.4.
Artikel 767 Rv mist toepassing indien de bevoegdheid van de Nederlandse rechter is uitgesloten op grond van onder meer een forumkeuze- [3] of arbitragebeding, mits de verkregen titel op grond van een te verlenen exequatur in Nederland ten uitvoer gelegd kan worden.
5.5.
Bariven beroept zich op het in artikel 27 van de onder 2.8 bedoelde algemene voorwaarden opgenomen arbitragebeding voor het ICC, met als plaats van arbitrage Den Haag, Nederland. Een beslissing van dit scheidsgerecht kan ingevolge artikel 1062 Rv in Nederland van een exequatur worden voorzien.
5.6.
De arbitrageovereenkomst moet als een afzonderlijke overeenkomst worden beschouwd binnen de overeenkomst waarin zij is opgenomen. [4] De geldigheid van de overeenkomst tot arbitrage wordt enerzijds beheerst door het formele arbitragerecht en anderzijds door het (materiële) vermogensrecht. Bij een arbitrage met plaats van arbitrage in Nederland is het formele recht het recht zoals dat is neergelegd in de artikelen 1020 tot en met 1073 Rv. Dit volgt uit de verwijzingsregel in artikel 1073 lid 1 Rv. Een overeenkomst tot arbitrage is onder meer formeel geldig als het geschrift, dat verwijst naar algemene voorwaarden welke in arbitrage voorzien, uitdrukkelijk of stilzwijgend is aanvaard. [5]
5.7.
Het materiële recht dat van toepassing op de overeenkomst tot arbitrage heeft onder meer betrekking op de totstandkoming van de overeenkomst en de vraag of een partij is gebonden aan algemene voorwaarden. Ingevolge artikel 10:166 [6] BW kan naar Nederlands recht worden beoordeeld of de overeenkomst tot arbitrage materieel geldig is, nu de plaats van arbitrage Nederland is.
5.8.
De vraag naar de bevoegd- en bekwaamheid van een partij om een arbitrageovereenkomst aan te gaan moet worden beantwoord aan de hand van het nationale recht dat op die partij van toepassing is. Voor rechtspersonen is dat de
lex societatitsals omschreven in artikel 10:118 e.v. BW. De bevoegdheid van Bariven om de arbitrageovereenkomst aan te gaan wordt dus beheerst door het Venezolaanse recht.
5.9.
Naar Nederlands recht dient de vraag naar de toepasselijkheid van de onder 2.8 bedoelde algemene voorwaarden te worden beantwoord aan de hand van de wilsvertrouwensleer [7] en de regels betreffende de totstandkoming van overeenkomsten. [8] De regels betreffende algemene voorwaarden [9] zijn in dit geval echter niet van toepassing, nu partijen handelen in de uitoefening van een bedrijf en zij niet in Nederland gevestigd zijn. [10]
Verder neemt de rechtbank in aanmerking dat een arbitrageovereenkomst afstand van toegang tot de bij wet ingestelde gerecht impliceert. Volgens vaste rechtspraak moet die afstand vrijwillig en ondubbelzinnig geschieden. Alleen ondubbelzinnige aanknopingspunten voor een afstand tot de overheidsrechter zijn voldoende voor het oordeel dat de wederpartij die afstand mocht begrijpen en verwachten. [11]
5.10.
Niet in geschil is dat de
Purchase Ordersdeel uitmaken van de tussen partijen gesloten koopovereenkomsten. In deze Purchase Orders is verwezen naar twee sets algemene voorwaarden, de “
PDVSA Services BV Standard Terms and Conditions(Rev. 08-2009) for goods” (i) en de “
PDVSA Services, BV Standard Terms and Conditions(Revision 000-2009) for Services” (ii). De onder (i) bedoelde algemene voorwaarden zijn gelijkluidend aan de in de
Requests for Quotationweergegeven algemene voorwaarden, die bedoeld zijn voor de aankoop van zaken, van de inhoud waarvan IGS kennis heeft kunnen nemen voor het sluiten van de overeenkomsten.
5.11.
De omstandigheid dat in de
Purchase Ordersniet is verwezen naar de onder 2.8 bedoelde algemene voorwaarden van Bariven, acht de rechtbank niet beslissend, nu laatstgenoemde algemene voorwaarden - afgezien van de naam van de gebruiker - gelijkluidend zijn aan de hiervoor onder (i) bedoelde algemene voorwaarden. Bovendien blijkt uit artikel 1 van de algemene voorwaarden duidelijk dat Bariven de kopende partij is en dat PVDSA Services voor haar als agent optreedt.
5.12.
Het beroep van Bariven op het arbitragebeding in artikel 27 van de algemene voorwaarden strandt echter wel om de volgende reden. Partijen zijn het erover eens dat ingevolge artikel 4 van de Venezolaanse
Commercial Arbitration Lawvoor bepaalde Venezolaanse bedrijven voorafgaande ministeriële toestemming nodig is om een arbitrageovereenkomst aan te gaan. Zoals IGS terecht heeft aangevoerd, volgt uit artikel 4 dat het toestemmingvereiste mede geldt voor bedrijven waarvan de aandelen voor tenminste 50% worden gehouden door bedrijven waarin de staat Venezuela voor minstens 50% participeert. Hieruit volgt dat het toestemmingsvereiste dus ook geldt voor Bariven, waarvan de aandelen via PVDSA worden gehouden door de staat Venezuela. Zoals IGS onweersproken heeft aangevoerd, heeft Bariven de vereiste toestemming niet verkregen. Deze omstandigheid staat in de weg aan een geslaagd beroep van Bariven op het arbitragebeding.
5.13.
Bij gebreke van een andere weg voor IGS om een executoriale titel jegens Bariven in Nederland te verkrijgen, komt de rechtbank rechtsmacht toe op grond van artikel 767 Rv.
in de zaak tegen PVDSA
5.14.
Het betoog van PVDSA dat IGS in Venezuela kan pogen een executoriale titel voor haar vordering te verkrijgen moet worden verworpen. Tussen Nederland en Venezuela bestaat geen executieverdrag, zodat een uitspraak van de Venezolaanse rechter in Nederland niet van een exequatur kan worden voorzien.
5.15.
Bij gebreke van een andere weg voor IGS om een executoriale titel jegens PDVSA in Nederland te verkrijgen, komt de rechtbank rechtsmacht toe op grond van artikel 767 Rv.
Slotsom
5.16.
De slotsom is dat de vordering in het incident zal worden afgewezen. De beslissing over de proceskosten wordt aangehouden tot het eindvonnis in de hoofdzaak.

6.De beslissing

De rechtbank
in het incident
6.1.
wijst het gevorderde af;
6.2.
houdt de beslissing over de proceskosten aan tot het eindvonnis in de hoofdzaak;
in de hoofdzaak:
6.3.
verwijst de zaak naar de rolzitting van 30 september 2020 voor conclusie van antwoord;
6.4.
houdt iedere verdere beslissing aan.
Dit vonnis is gewezen door mr. L. Alwin en in het openbaar uitgesproken op 19 augustus 2020. [12]

Voetnoten

1.Wetboek van Burgerlijke Rechtsvordering.
2.Verg. HR 4 oktober 2013, ECLI:NL:HR:2013:CA3741.
3.Verg. HR 9 november 2012, ECLI:NL:HR:2012:BX0331 (Baltic Shipping/Ingosstrakh)
4.Artikel 1053 Rv.
5.Artikel 1021 Rv.
6.Burgerlijk Wetboek
7.Artikel 3:33 en 3:35 BW.
8.Afdeling 6.5.2 BW.
9.Afdeling 6.5.3 BW.
10.Artikel 6:247 lid 2 BW.
11.Vgl. ECLI:NL:PHR:2019:154, punt 3.4
12.type: 1554