ECLI:NL:RBDHA:2020:7850
Rechtbank Den Haag
- Voorlopige voorziening
- Rechtspraak.nl
Afwijzing verzoek voorlopige voorziening bijstandsuitkering en buiten behandelingstelling aanvraag
Op 5 augustus 2020 heeft de voorzieningenrechter van de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een zaak tussen verzoekers en het college van burgemeester en wethouders van Gouda. Verzoekers, die een bijstandsuitkering ontvingen, hadden bezwaar gemaakt tegen het besluit van 8 juni 2020, waarbij hun aanvraag om bijstandsuitkering ingevolge de Participatiewet (Pw) buiten behandeling was gesteld. De voorzieningenrechter heeft het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen, omdat verzoekers niet aannemelijk hebben gemaakt dat zij de gevraagde gegevens over hun financiële situatie niet konden overleggen. Verweerder had hen gevraagd om informatie over onroerend goed in Marokko, wat verzoekers niet konden aantonen niet te bezitten. De voorzieningenrechter oordeelde dat verweerder in redelijkheid om deze gegevens mocht vragen en dat verzoekers niet in hun verplichting hebben voldaan om de gevraagde informatie te verstrekken. De voorzieningenrechter concludeerde dat het primaire besluit naar verwachting in bezwaar stand zal houden en dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan in het kader van de maatregelen rondom het Coronavirus, waardoor de zitting via telefonische beeldverbinding heeft plaatsgevonden.