ECLI:NL:CRVB:2017:3465
Centrale Raad van Beroep
- Hoger beroep
- Rechtspraak.nl
Afwijzing aanvraag bijstand wegens schending inlichtingenverplichting en onjuiste gegevens over woonadres
In deze zaak heeft appellant hoger beroep ingesteld tegen de uitspraak van de rechtbank Gelderland, die zijn beroep tegen de afwijzing van zijn aanvraag om bijstand op grond van de Participatiewet (PW) ongegrond had verklaard. De Centrale Raad van Beroep heeft op 10 oktober 2017 uitspraak gedaan. Appellant had zich op 13 mei 2015 gemeld voor bijstand en op 1 juni 2015 een aanvraag ingediend, waarbij hij een woonadres en woonlasten had opgegeven. Echter, na een fraudemelding heeft het college van burgemeester en wethouders van Nijmegen onderzoek gedaan naar zijn woon- en leefsituatie. Dit onderzoek leidde tot de conclusie dat appellant onjuiste en onvolledige informatie had verstrekt over zijn woonadres, wat resulteerde in de afwijzing van zijn aanvraag. De Raad heeft vastgesteld dat appellant in maart 2015 een eerdere aanvraag om bijstand had ingetrokken omdat hij niet meer op het opgegeven adres woonde. Tijdens een huisbezoek op 29 juni 2015 werd vastgesteld dat appellant nauwelijks persoonlijke spullen op het opgegeven adres had en dat hij niet meer in hoofdzaak op dat adres verbleef. De Raad oordeelde dat het college terecht had geconcludeerd dat het recht op bijstand niet kon worden vastgesteld vanwege de schending van de inlichtingenverplichting door appellant. Appellant voerde aan dat hij voldoende informatie had verstrekt en dat hij tot 16 juni 2015 op het opgegeven adres verbleef, maar de Raad oordeelde dat deze stelling niet kon worden ondersteund door de feiten. De Raad bevestigde de uitspraak van de rechtbank en wees het hoger beroep van appellant af.