ECLI:NL:RBDHA:2020:7373
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Niet-ontvankelijk verklaring van asielaanvraag wegens herhaalde aanvraag zonder nieuwe elementen
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 4 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de aanvraag van eiseres voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd. Eiseres had eerder, op 26 februari 2018, een asielaanvraag ingediend die op 15 juni 2018 niet-ontvankelijk was verklaard. De rechtbank bevestigde dat de nieuwe aanvraag van eiseres, ingediend op 27 december 2019, niet-ontvankelijk was omdat er geen nieuwe elementen of bevindingen waren die relevant waren voor de beoordeling. De rechtbank oordeelde dat de eerdere beslissing in rechte vaststond en dat de stelling van eiseres dat haar zwangerschap een nieuw element was, niet werd gevolgd. De rechtbank concludeerde dat verweerder terecht de aanvraag als herhaalde aanvraag had aangemerkt en dat er geen grond was voor willekeur in de beslissing van verweerder om de Dublinprocedure niet toe te passen. Eiseres had ook aangevoerd dat er een inbreuk was op artikel 8 van het EVRM, maar de rechtbank oordeelde dat verweerder niet verplicht was om ambtshalve te toetsen aan dit artikel. De rechtbank verklaarde het beroep ongegrond en legde geen proceskostenveroordeling op.