ECLI:NL:RBDHA:2020:7277
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Weigering Ziektewet-uitkering na beoordeling arbeidsongeschiktheid en medische situatie
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 juli 2020 uitspraak gedaan in een geschil over de weigering van een Ziektewet-uitkering aan eiser door het Uitvoeringsinstituut werknemersverzekeringen (UWV). Eiser, die zich vanaf 2013 meerdere malen ziek had gemeld, had op 18 september 2018 opnieuw een Ziektewet-uitkering aangevraagd, maar het UWV weigerde deze aanvraag. Eiser was van mening dat zijn medische situatie niet correct was ingeschat en dat er onvoldoende rekening was gehouden met zijn toegenomen psychische en lichamelijke klachten. De rechtbank heeft het procesverloop en de ingediende stukken zorgvuldig bestudeerd, waaronder de rapporten van de verzekeringsartsen.
De rechtbank oordeelde dat de verzekeringsartsen zorgvuldig en zonder tegenstrijdigheden hadden gerapporteerd. Eiser had geen nieuwe medische informatie overgelegd die de eerdere beoordelingen van de verzekeringsartsen kon weerleggen. De rechtbank concludeerde dat eiser in staat was om zijn eigen arbeid te verrichten, zoals vastgesteld in de WIA-beoordeling van 2015. De rechtbank verklaarde het beroep van eiser ongegrond en bevestigde de beslissing van het UWV om geen Ziektewet-uitkering toe te kennen. De uitspraak werd gedaan door rechter M. Munsterman, in aanwezigheid van griffier Y.D. David. Eiser kan binnen zes weken na verzending van de uitspraak hoger beroep instellen bij de Centrale Raad van Beroep.