Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] ,
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid,
Procesverloop
Overwegingen
In het iMMO-rapport wordt geconcludeerd dat de geconstateerde psychische problematiek psychische beperkingen geeft die ten tijde van de gehoren zeker hebben geïnterfereerd met het vermogen om compleet, coherent en consistent te verklaren. Er wordt echter niet geconcretiseerd op welke onderdelen van het asielrelaas dit ziet. Eiser vertelt in paragraaf 2.2. van het rapport zijn verhaal. Daarin vertelt hij over de ontvoering, marteling, mishandeling, bijkomende traumatische gebeurtenissen en de periode daarna, tot zijn vertrek uit Afghanistan. Verweerder werpt hem echter ook tegen dat hij tegenstrijdig heeft verklaard over het moment waarop hij zijn familie voor het laatst zag en over wanneer hij voor het laatst zou hebben gewerkt. Dit komt in het iMMO-rapport niet afzonderlijk aan bod. De rechtbank is van oordeel dat uit de algemene conclusie in het rapport onvoldoende volgt op welke onderdelen de psychische problematiek van eiser van invloed is geweest op zijn verklaringen. Gelet op de huidige lijn van de afdelingsjurisprudentie moet een iMMO-rapport wel aan dit onderdelenvereiste voldoen. In het iMMO-rapport van eiser is dit niet het geval. Dit betekent dat verweerder de conclusie uit het rapport over het al dan niet interfereren niet hoeft te betrekken bij zijn beoordeling van het asielrelaas van eiser.
Verder heeft eiser niet aannemelijk gemaakt dat de gebeurtenissen uit dit gedeelte van zijn asielrelaas passen binnen het beeld passen dat algemeen bekend is over Afghanistan. Gelet op het voorgaande is de rechtbank van oordeel dat verweerder niet gehouden was om nader onderzoek te verrichten naar het verband tussen eisers medische klachten en de gestelde oorzaak daarvan.
Uit vaste jurisprudentie van de Afdeling [5] volgt dat een teruggewezen zaak moet worden beoordeeld en beslist binnen de grenzen van het geding, zoals dat in eerste aanleg was afgebakend, eventueel gecorrigeerd in hoger beroep en met inachtneming van de oordelen van de Afdeling over de beroepsgronden. De rechtbank is met verwijzing naar deze uitspraak van oordeel dat de nieuwe beroepsgronden buiten de omvang van het geding vallen. Zij komt daarom niet toe aan de beoordeling van deze gronden.
Beslissing
Als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus is deze uitspraak niet uitgesproken op een openbare uitsprakenzitting. Zodra het openbaar uitspreken weer mogelijk is, wordt deze uitspraak, voor zover nodig, alsnog in het openbaar uitgesproken.