Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 23 juli 2020 in de zaak tussen
[eiser] , v-nummer [nummer] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
€ 100,- per dag staat dan ook niet in verhouding tot de belangen van aanvragers. Verweerder verwijst hierbij naar de rechtspraak over de redelijke termijn in het licht van artikel 6 van het Europees Verdrag voor de Rechten van de Mens (EVRM). Daar wordt de onredelijke lange termijn van een (juridische) procedure gecompenseerd met een bedrag van € 500,- per afgeronde procedure van zes maanden.
Beslissing
verklaart het beroep gegrond;
- draagt verweerder op om uiterlijk op 17 september 2020 eiser te horen in de algemene asielprocedure;
- draagt verweerder op om, als de aanvraag van eiser overgaat naar de verlengde asielprocedure, binnen acht weken na het eerste gehoor op de aanvraag te beslissen en in ieder geval binnen zestien weken na deze uitspraak;
- bepaalt dat verweerder aan eiser een dwangsom van € 100,- verbeurt voor elke dag waarmee hij de hiervoor genoemde termijnen overschrijdt, met een maximum van € 7.500,-;
- veroordeelt verweerder in de proceskosten van eiseres tot een bedrag van € 262,50,-.