In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 30 juni 2020 uitspraak gedaan in een beroep van eiseres tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiseres had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar verweerder had niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiseres heeft verweerder op 25 oktober 2019 in gebreke gesteld, waarna de rechtbank heeft vastgesteld dat de termijn voor een beslissing was overschreden. De rechtbank heeft geoordeeld dat het beroep gegrond is, omdat verweerder niet binnen de wettelijk vereiste termijn heeft beslist. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen over de aanvraag van eiseres. Tevens is er een dwangsom van € 100,- per dag opgelegd voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiseres heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 262,5. De uitspraak is gedaan zonder openbare zitting, als gevolg van maatregelen rondom het coronavirus.