Uitspraak
Rechtbank DEN HAAG
1.Het onderzoek ter terechtzitting
2.De tenlastelegging
3.Bewijsoverwegingen
Ik kon geen eerste hulp verlenen omdat ik niet het water in kon springen omdat het fataal zou zijn voor mij omdat het water te koud was.” Bovendien beschouwt de rechtbank dit als een feit van algemene bekendheid. De verdachte heeft deze aanmerkelijke kans ook bewust aanvaard. Hij heeft immers gezien dat de handen van [slachtoffer] op enig moment verkrampten terwijl [slachtoffer] in het water lag. De verdachte heeft op dit cruciale moment, terwijl [slachtoffer] in nood verkeerde, nagelaten hulp voor hem in te schakelen. Daar komt bij dat hij tegen [getuige 2] heeft gezegd dat hij niets kon doen voor [slachtoffer] omdat hij kennelijk toch al onderkoeld zou zijn, maar ook dat het de schuld van [slachtoffer] was en dat hij dan maar niet moest gaan zwemmen. Dat de verdachte, zoals de officier van justitie heeft betoogd, slechts onverschillig is geweest en zich niet bewust is geweest van deze situatie kan de rechtbank gelet hierop dan ook niet volgen.
noodzakelijkefactor is geweest voor het overlijden van [slachtoffer] . Maar dat betekent nog niet dat daarmee al vaststaat dat er van causaal verband geen sprake kan zijn. Voor het niettemin redelijkerwijs toerekenen van de dood van [slachtoffer] aan de mishandeling door de verdachte is dan ten minste vereist dat:
onmisbare schakel kanhebben gevormd in de gebeurtenissen die tot de dood van [slachtoffer] hebben geleid, en daarnaast
met een aanzienlijke mate van waarschijnlijkheiddoor die mishandeling is veroorzaakt.
4.De strafbaarheid van het bewezenverklaarde
5.De strafbaarheid van de verdachte
6.De strafoplegging
7.De vordering van de benadeelde partij en de schadevergoedingsmaatregel
8.De toepasselijke wetsartikelen
9.De beslissing
gevangenisstrafvoor de duur van
44 (vierenveertig) maanden;
[moeder slachtoffer], een bedrag van
€ 36,66;
verplichting tot betaling aan de Staatvan een bedrag groot
[moeder slachtoffer];
gijzelingzal worden toegepast voor de duur van
1 (één) dag.