3.3.1. De bewezenverklaring van het onder 2 subsidiair tenlastegelegde steunt op de volgende bewijsmiddelen:
"6.
Een proces-verbaal, nr. 200701017448-22, van 25 juni 2007, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant 1] en [verbalisant 2], beiden brigadier van politie, districtsrecherche Lelystad, opgenomen op de pagina's 76 tot en met 81 van het onder 1 genoemde dossier, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 1], aangeefster:
Ik ben geboren op [geboortedatum] 1980. Ik wens aangifte te doen tegen mijn oom, [verdachte], van seksueel misbruik. Ik was negen jaar. Dat moet geweest zijn in 1989. Ik zat in de derde klas van de basisschool. Ik weet dat nog goed, omdat ik in de vierde klas niet mee kon komen en bijles kreeg. Ik was dan alleen met de meester in de klas en dat vond ik verschrikkelijk. Ik was bang om alleen met een man te zijn. Mijn angst kwam voort uit hetgeen [verdachte] bij mij had gedaan. Dat ik door hem gebruikt was.
Wij hadden een tentenkamp bij ons voor de deur. Dat was op de [a-straat 1] op Urk. Volgens mij is onderling afgesproken dat [verdachte] de wacht zou houden. Ik weet nog dat wij, de kinderen, in een tent lagen en [verdachte] alleen in een tent. Onze tent was veel te klein, dus gingen we overleggen wie naar de tent van [verdachte] zou gaan. [betrokkene 2], een van de zonen van [verdachte], ging met mij mee naar de tent van [verdachte]. Het was al donker voor [betrokkene 2] en ik in slaap vielen. Ik werd 's nachts wakker, omdat ik voelde dat er iemand in mijn vagina zat.
Ik wist niet wat mij overkwam. Ik wist niet wat het was. Ik dacht eerst dat ik droomde. Ik was eigenlijk lamgeslagen. Ik keek opzij en zag dat [verdachte] naast mij lag, aan mijn rechterzijde. De rits van mijn slaapzak was open. Ik rook een lucht van alcohol. Ik droeg op dat moment een zwempak. We liepen de hele dag in zwemkleding. Ik had dus mijn zwempak aangehouden, toen ik in bed was gekropen. Ik droeg er wel een t-shirt overheen. Ik bemerkte dat [verdachte] het kruis van mijn zwempak opzij had geschoven en dat hij via de onderzijde mijn vagina aanraakte. Ik voelde dat hij met zijn vinger in mijn vagina zat. Hij ging met zijn vinger op en neer in mijn vagina. Ik weet zeker dat hij niet tussen mijn schaamlippen zat, maar in mijn vagina. Dat voel je, dat verschil. Ik voelde pijn en vond het niet fijn. Ik zei tegen [verdachte] dat ik naar huis wilde.
7.
Een proces-verbaal, nr. 200701448-31, van 4 juli 2007, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant 2], brigadier van politie, districtsrecherche Lelystad, opgenomen op de pagina's 100 tot en met 102 van het onder 1 genoemde dossier, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 3], getuige:
Ik ben de moeder van [betrokkene 1]. [Betrokkene 1] heeft mij, ik kan niet meer zeggen of dat nu de volgende dag was, direct nadat het gebeurd was, of iets later, verteld over het misbruik. Dat was in een persoonlijk gesprek tussen [betrokkene 1] en mij. [betrokkene 1] vertelde mij het volgende:
Dat ze lag te slapen in een tent. Dat was op een tentenkamp van de buurtvereniging. Dat ze wakker werd, omdat [verdachte] aan haar zat met zijn vingers. Ik weet nog dat er een tentenkamp was van de buurtvereniging. Dat was elk jaar zo. [Betrokkene 1] vertelde dat [verdachte] met zijn vingers bij haar binnen was gegaan en dat ze had gezegd dat ze dat niet wilde en dat ze vervolgens naar huis was gerend. [Betrokkene 1] heeft niet gezegd dat het om haar vagina ging, maar dat was voor mij wel duidelijk. Ik denk niet dat een kind zoiets verzint. Ik wist ook dat zij de wijsheid niet in zich had om dit soort dingen te weten. Volgens mij was [betrokkene 1] namelijk negen jaar toen haar dit overkwam.
8.
Een (aanvullend) proces-verbaal, nr. 2007-17448-47, van 7 mei 2009, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant 2], brigadier van politie, districtsrecherche Lelystad, toegevoegd aan het onder 1 genoemde dossier, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 4], getuige:
Ik ben de tante van [betrokkene 1]. Ik ben getrouwd met [betrokkene 5]. Mijn dochter [betrokkene 6] was ongeveer 11 jaar oud. [Betrokkene 6] en [betrokkene 1] schelen in leeftijd ongeveer twee jaar, dus [betrokkene 1] was toen ongeveer 9 jaar oud. Iedere buurt op Urk had een tentendorp in de zomervakantie. Ik kwam de volgende dag thuis van mijn werk. Ik weet niet helemaal zeker of het de volgende dag was, maar dat denk ik wel. Ik zag in de keuken [betrokkene 6] en [betrokkene 1] en ik zag dat ze allebei gehuild hadden. Er werd gezegd dat er iets ergs gebeurd was. Na veel gesteun en gezucht hebben ze verteld wat er gebeurd was. [Betrokkene 1] vertelde mij dat ze 's nachts sliep in de tent en dat ze wakker werd, omdat ze voelde dat er iemand in haar onderbroek zat. Dat het [verdachte] was en dat hij met zijn hand in haar onderbroek bezig was, met zijn vingers. Ik weet dat zij zei dat hij met zijn vingers aan haar plassertje zat. Ik was met stomheid geslagen. Ik heb nog gedacht: Zou ze het verzinnen? Maar ze was teveel overstuur en ze was geen meisje dat dat zou doen. Daar was ze te nuchter voor.
9.
De onder ede afgelegde verklaring van [betrokkene 4] voornoemd, afgelegd ter terechtzitting van het hof van 10 november 2009, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben op 7 mei 2009 door de politie gehoord. Die vragen hadden betrekking op [betrokkene 1]. Ik heb bij de politie de waarheid verteld.
10.
Een (aanvullend) proces-verbaal, nr. 2007017448-48, van 7 mei 2009, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant 2], brigadier van politie, districtsrecherche Lelystad, toegevoegd aan het onder 1 genoemde dossier, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 7], getuige:
Ik ben het nichtje van [betrokkene 1]. Ik ben getrouwd met [betrokkene 8]. Ik ben geboren op [geboortedatum] 1978.
Ik kan mij herinneren dat wij in de tent lagen Penny's te lezen. [Betrokkene 1] vertelde mij dat [verdachte] haar betast had. Ik vroeg toen: waar dan? [Betrokkene 1] zei mij dat hij in haar onderbroek had gezeten. Ik weet nog dat ik vroeg: in je onderbroek? [Betrokkene 1] zei dat het zo was en vroeg zich af wat ze nou moest doen. Ze zei dat hij met zijn vingers naar binnen geweest was. Ze heeft niet genoemd waar naar binnen. Ik was elf, dus ik wist wel wat ze bedoelde. We hebben het verteld aan mijn moeder.
We zaten op de bank en mijn moeder kwam binnen. Ze zag direct aan ons dat er was aan de hand was. Ik denk dat alle twee gehuild hadden.
11.
De onder ede afgelegde verklaring van [betrokkene 7] voornoemd, afgelegd ter terechtzitting van het hof van 10 november 2009, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
Ik ben op 7 mei 2009 door de politie gehoord. Ik heb daar een verklaring afgelegd over mijn oom, [verdachte]. Ik heb daar naar waarheid verklaard.
11.
Een (aanvullend) proces-verbaal, nr. 2007017448-52, van 20 augustus 2009, op ambtsbelofte opgemaakt door [verbalisant 2], brigadier van politie, districtsrecherche Lelystad, toegevoegd aan het onder 1 genoemde dossier, voor zover inhoudende, zakelijk weergegeven:
als verklaring van [betrokkene 9], getuige:
Ik ben in 1993 bestuurslid geworden van de buurtvereniging "[A]". Ik was daarvoor al betrokken bij de buurtvereniging. Wij zijn in het jaar 1985 komen wonen op de [a-straat 2] in Urk. In de vakantie werden er een aantal tenten neergezet. Of het toen echt al georganiseerd werd weet ik niet, maar er werden al wel tenten bij elkaar gezet. Later werd het door de buurtvereniging georganiseerd. Het werd toen allemaal wat officiëler."