Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer van 19 juni 2020 in de zaak tussen
[eiser] , te [woonplaats] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Indien aannemelijk gestopt met alcoholmisbruik, sinds wanneer is er sprake van het stoppen van misbruik van alcohol?” opmerkt: “
Betrokkene geeft zelf aan na mei 2018 mede dankzij de behandeling bij de [A] Stichting gestopt te zijn met gebruik van alcohol in het algemeen”. [psychiater] heeft aan zijn bevindingen en conclusie onder meer ten grondslag gelegd dat uit de anamnese aanwijzingen volgen voor alcoholmisbruik, doordat er aanwijzingen zijn voor verhoogde tolerantie, onder andere gebaseerd op het bloedalcoholgehalte van eiser van 2,68 mg/ml, de hoeveelheid alcohol die hij dagelijks dronk, waarbij hij vaak meer en gedurende langere tijd dronk dan hij van plan was en dat hij vaker probeerde te stoppen, maar dat dat pas na mei 2018 lukte.
Indien betrokkenen niet aannemelijk gestopt is met alcoholmisbruik, onderbouwing van niet stoppen van misbruik van alcohol”, dat het niet aannemelijk is dat betrokkene met het misbruik van alcohol is gestopt, omdat “
Uit een nagekomen mededeling blijkt dat betrokkene nogmaals is aangehouden: op 16 september 2018, met een ademanalyse van 975 ug/l”. Tot slot is de conclusie van [psychiater] onder punt 13.2 veranderd in “
Afhankelijkheid van alcohol”. Uit het tweede rapport blijkt op grond van welke informatie en om welke redenen [psychiater] de conclusie in het rapport heeft gewijzigd. Hieruit volgt dat de gewijzigde conclusie, dat er geen sprake is van een volledige remissie na mei 2018, niet enkel gebaseerd is op de aanhouding van eiser op 16 september 2018, maar op het gehele samenstel van feiten, zoals ook opgenomen in het eerste rapport van [psychiater] . Het incident van 16 september 2018 is dan ook slechts één van de ondersteunende elementen voor de gestelde diagnose. Daarbij komt dat uit paragraaf 8.8 van de bijlage behorend bij de Regeling eisen geschiktheid 2000 volgt dat van de keurend arts een strenge opstelling wordt verwacht, gezien de gevaren die het gebruik van deze middelen oplevert voor de verkeersveiligheid.