Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[naam] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder
ProcesverloopBij besluit van 18 oktober 2019 heeft verweerder de asielaanvraag van eiser niet-ontvankelijk verklaard. Eiser heeft daartegen beroep ingesteld.
Overwegingen
residence permit) van eiser weliswaar is vervallen, maar dat dit niet betekent dat hij in Denemarken niet langer over een verblijfsrecht beschikt en hij bij terugkeer in Denemarken zijn verblijfsvergunning kan laten valideren.
opholdstilladelse’ ofwel
residence permit) gekregen met een geldigheidsduur tot – in beginsel – [datum] 2019. Uit de door verweerder thans overgelegde brieven van het Deense Ministry of Immigration and Integration van 4 en 10 maart 2020 blijkt dat eiser echter op [datum 2] 2017 werd geregistreerd als ‘
absconded’ en dat de ‘
residence permit has lapsed ex lege’, omdat eiser zich had gevestigd buiten de lidstaten (van de Europese Unie). Uit deze brieven van de Deense autoriteiten blijkt niet dat zij de aan eiser verleende status van internationale bescherming hebben ingetrokken. Uit de brieven blijkt daarenboven dat eiser kan terugkeren naar Denemarken waar hij kan verzoeken om herleving van zijn verblijfsvergunning (
residence permit). Verweerder heeft zich dan ook terecht op het standpunt gesteld dat eiser in Denemarken nog altijd internationale bescherming geniet.
Dublin Regulation – Article 34’, heeft verweerder ter zitting onweersproken uitgelegd dat deze koptekst samenhangt met een praktisch en efficiënt gebruik van communicatiekanalen tussen de diverse nationale autoriteiten.