ECLI:NL:RBDHA:2020:5778
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen niet tijdig beslissen op asielaanvraag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 19 juni 2020 uitspraak gedaan in een beroep van eiser tegen de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Eiser had een aanvraag ingediend voor een verblijfsvergunning asiel voor bepaalde tijd, maar verweerder had niet tijdig op deze aanvraag beslist. Eiser had verweerder op 19 september 2019 in gebreke gesteld, maar er was geen beslissing genomen binnen de wettelijk vereiste termijn. De rechtbank oordeelde dat het beroep gegrond was, omdat verweerder te laat had beslist. De rechtbank heeft partijen niet uitgenodigd voor een zitting, omdat dit in deze zaak niet nodig was. De rechtbank heeft verweerder opgedragen om binnen acht weken na de uitspraak alsnog een besluit te nemen over de asielaanvraag van eiser. Tevens is er een dwangsom vastgesteld van € 1.442,- voor de periode waarin verweerder in gebreke was, en een dwangsom van € 100,- per dag voor elke dag dat de beslistermijn wordt overschreden, met een maximum van € 7.500,-. Eiser heeft recht op een vergoeding van de proceskosten, die is vastgesteld op € 262,50. De uitspraak is gedaan in het kader van de Algemene wet bestuursrecht (Awb).