ECLI:NL:RBDHA:2020:5545
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - enkelvoudig
- Rechtspraak.nl
Beroep tegen afwijzing verblijfsvergunning asiel en inreisverbod
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 29 mei 2020 uitspraak gedaan in een beroep van eiser, de Milieuorganisatie MOB, tegen een besluit van de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. Het bestreden besluit, genomen op 28 april 2020, hield in dat de aanvraag van eiser voor een verblijfsvergunning asiel buiten behandeling werd gesteld en dat aan eiser een inreisverbod voor de duur van twee jaar werd opgelegd. Eiser heeft tegen dit besluit beroep ingesteld en verzocht om een voorlopige voorziening.
De rechtbank heeft op basis van artikel 8:54 van de Algemene wet bestuursrecht (Awb) uitspraak gedaan zonder zitting. De rechtbank heeft vastgesteld dat eiser sinds 2018 niet meer in beeld is bij het Centraal Orgaan opvang Asielzoekers (COA) en sinds oktober 2019 niet meer is ingeschreven in de Basisregistratie Personen (BRP), met als reden 'Emigratie'. Dit heeft geleid tot de conclusie dat eiser met onbekende bestemming is vertrokken en dat hij kennelijk geen prijs meer stelt op de door hem aanvankelijk gezochte bescherming.
Aangezien de gemachtigde van eiser niet heeft aangetoond dat er nog contact is met eiser, heeft de rechtbank geoordeeld dat eiser geen rechtens te beschermen belang meer heeft bij de beoordeling van zijn beroep. Het beroep is daarom kennelijk niet-ontvankelijk verklaard. De rechtbank heeft ook het verzoek om een voorlopige voorziening afgewezen en er is geen aanleiding voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is gedaan door rechter S. Mac Donald, in aanwezigheid van griffier S. Pirs.