2.16.Beoordeeld moet worden of [gedaagde] is geslaagd in dit tegenbewijs. [gedaagde] heeft in dit kader tijdens de zitting van 11 juli 2019 vier getuigen doen horen, waaronder zichzelf. De getuigen hebben, voor zover hier van belang, het volgende verklaard:
- [gedaagde] heeft, samengevat, verklaard dat hij [eiser] geld heeft geleend omdat [eiser] in financiële problemen verkeerde. [eiser] vroeg zelf om contant geld, omdat hij niet wilde dat zijn vrouw op de hoogte zou raken van de lening. [gedaagde] heeft zijn echtgenote [A] ( [A] ), opdracht gegeven om contant geld te pinnen. Verder heeft hij verklaard dat [A] opdracht kreeg om het geld aan [B] ( [B] ) te geven. [B] verstopte het geld in pakketten zodat de vrachtwagenchauffeur niet zou weten dat er cash geld werd vervoerd. [B] gaf de pakketten aan de heer [C] ( [C] ) en hij laadde de pakketten in de vrachtwagen voor vervoer. Ook verklaart [gedaagde] dat hij op papier bijhield hoeveel hij uitleende aan [eiser] , maar dat dit papier hem niet belangrijk genoeg leek om in het geding te brengen. Tot slot verklaart [gedaagde] dat hij met [B] heeft gesproken over het aangaan van de lening en dat zij dit geen goed idee vond.
- De getuige [A] - echtgenote van [gedaagde] - heeft, samengevat, verklaard dat [gedaagde] haar heeft verteld dat [eiser] geld van hem wilde lenen. Zij kent [eiser] via haar echtgenoot en heeft hem ook vaker gezien. Zij heeft naar eigen zeggen nooit met [eiser] over een lening gesproken. Verder verklaart [A] dat zij op verzoek van [gedaagde] diverse malen contant geld heeft opgenomen. Dit waren wisselende bedragen. Het geld kwam van de bankrekening van de personenvennootschap [personenvennootschap] . Als boekhoudster van deze vennootschap had zij toegang tot de rekening. [B] maakte een pakketje waarin het geld zat en zij gaf dit vervolgens aan de supervisor die verantwoordelijk was voor het inladen van de vrachtwagens. Verder verklaart [A] dat zij [eiser] per e-mail heeft verzocht om terugbetaling en dat [eiser] meerdere malen bevestigend op deze e-mails heeft geantwoord. Tot slot heeft zij verklaard dat zij telefoongesprekken tussen [gedaagde] en [eiser] heeft gehoord over het versturen van pakketten met geld. De gesprekken waren in het Engels.
- De getuige [B] - medewerker bij [bedrijf 1] ., het bedrijf van [gedaagde] - heeft, samengevat, verklaard [eiser] te kennen als vertegenwoordiger van [bedrijf 1] . Zij heeft [gedaagde] telefonisch aan [eiser] horen vertellen dat hij contant geld zou sturen, dat dit een lening was en dat [eiser] deze lening moest terugbetalen. [gedaagde] heeft aan haar verteld dat het een persoonlijke lening betrof, nog voor hij geld aan [eiser] had uitgeleend. [B] heeft [gedaagde] toen verteld dat ze het niet met deze lening eens was en dit onverstandig vond. [B] verklaart dat zij contant geld aannam van [A] en dit bij zich hield totdat er een vrachtwagen met een bestelling naar [eiser] ging. Dan stopte zij samen met [C] het geld in een kleine doos met het opschrift ‘catalogi’. Deze doos werd vervolgens tussen de af te leveren goederen in een vrachtwagen gezet. [B] heeft ook verklaard dat zij [eiser] een of twee keer telefonisch gesproken heeft om hem te vertellen dat er geld met de vrachtwagen was meegestuurd. [B] verklaart dat zij op een beurs in [plaats 3] [gedaagde] en [eiser] over het contant gestuurde geld heeft horen praten. [B] wist dat dit over de persoonlijke lening ging, omdat [gedaagde] niet betrokken was bij de financiën van [bedrijf 1] . en het daar dus niet over kon gaan. Tot slot heeft [B] verklaard dat zij de dochter van de ex-zakenpartner van [gedaagde] is dat zij en aandelen heeft in [bedrijf 1] .
- De getuige [C] - in dienst van [gedaagde] als magazijnmedewerker - heeft, samengevat, verklaard dat hij zijn schriftelijke Engelstalige verklaring niet zelf heeft opgesteld, maar wel heeft ondertekend. Hij heeft alleen de Italiaanse vertaling van de verklaring gelezen. In die verklaring stond volgens hem dat er in 2010 meerdere malen enveloppen met geld zijn vervoerd naar [eiser] . [C] heeft eerst verklaard dat hij niet wist waar het geld voor bedoeld was en daarna dat hij wel wist dat het een lening was. [C] verklaart dat hij wist dat het een lening betrof, omdat [B] hem dat had verteld. Ook heeft [C] het een keer met [gedaagde] gehad over het geld dat naar [eiser] werd gestuurd.