ECLI:NL:RBDHA:2020:3323
Rechtbank Den Haag
- Eerste aanleg - meervoudig
- Rechtspraak.nl
Mishandeling en zorgmachtiging in het kader van de Wet forensische zorg
Op 9 april 2020 heeft de Rechtbank Den Haag uitspraak gedaan in een strafzaak tegen een verdachte die op 6 oktober 2019 in ’s-Gravenhage twee personen heeft mishandeld. De verdachte, geboren in 1978, heeft tijdens de zittingen op 17 januari, 31 januari en 27 maart 2020 bekend dat hij de mishandelingen heeft gepleegd. De officier van justitie heeft gerekwireerd tot bewezenverklaring van de feiten en heeft tevens een zorgmachtiging verzocht. De rechtbank heeft de Pro Justitia rapportage van GZ-psycholoog drs. J. Yntema in overweging genomen, waarin werd geconcludeerd dat de verdachte lijdt aan schizofrenie en verslavingsproblematiek, waardoor hij ten tijde van de feiten niet toerekeningsvatbaar was. De rechtbank heeft geoordeeld dat het bewezenverklaarde niet aan de verdachte kan worden toegerekend en heeft hem ontslagen van alle rechtsvervolging. Tevens is er een zorgmachtiging verleend op grond van de Wet verplichte geestelijke gezondheidszorg, om de noodzakelijke zorg en behandeling te waarborgen. De rechtbank heeft het bevel tot voorlopige hechtenis opgeheven, omdat er geen wettelijke basis was om deze voort te zetten. De uitspraak is gedaan door een meervoudige kamer, bestaande uit drie rechters, en is openbaar uitgesproken.