Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
uitspraak van de enkelvoudige kamer in de zaak tussen
[eiser] , eiser
de staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder.
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
mr. M. Schaap-Huijsmans, griffier.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 april 2020 uitspraak gedaan in een procedure over de maatregel van bewaring van een eiser van Bengalese nationaliteit. De staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 8 februari 2020 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van artikel 59b, eerste lid, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft partijen gevraagd om hun beroepsgronden schriftelijk in te dienen, gezien de ontwikkelingen rondom het coronavirus. Op 30 maart 2020 heeft de rechtbank het onderzoek gesloten.
De rechtbank heeft overwogen dat de maatregel van bewaring eerder is getoetst en rechtmatig was tot het sluiten van het onderzoek in een eerdere uitspraak. Eiser heeft aangevoerd dat er sprake is van schending van het non-refoulementbeginsel, omdat hij vreest voor vervolging in zijn thuisland. De rechtbank heeft vastgesteld dat de maatregel van bewaring niet in strijd is met de Vreemdelingenwet en dat er geen zicht is op uitzetting, maar dat dit niet betekent dat de maatregel niet kan voortduren. De rechtbank heeft ook overwogen dat de huidige omstandigheden rondom het coronavirus tijdelijk zijn en dat eiser de mogelijkheid heeft om de zaak opnieuw voor te leggen als de situatie te lang aanhoudt.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is gedaan door rechter L.M. Kos, in aanwezigheid van griffier M. Schaap-Huijsmans. Vanwege de coronamaatregelen is de uitspraak niet openbaar uitgesproken, maar zal dit alsnog gebeuren zodra het weer mogelijk is. Tegen deze uitspraak staat geen rechtsmiddel open.