Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
1.De procedure
- de dagvaarding van 8 oktober 2019, met producties 1 tot en met 28;
- de conclusie van antwoord tevens akte overlegging producties, ingekomen ter griffie op 25 november 2019, met producties 1 tot en met 17;
- de akte houdende overlegging aanvullende producties van Tomra, ingekomen ter griffie op 2 december 2019, met producties 29 tot en met 34;
- productie 18 van Kiremko, ingekomen ter griffie op 9 december 2019;
- het als productie 35 overgelegde aanvullende kostenoverzicht van Tomra, ingekomen ter griffie op 11 december 2019;
- het als productie 19 overgelegde aanvullende kostenoverzicht van Kiremko, ingekomen ter griffie op 12 december 2019;
- de mondelinge behandeling van 13 december 2019 en de ter gelegenheid daarvan overgelegde pleitnotities van Tomra en Kiremko.
2.De feiten
Pressure release arrangements, in particular for product processing system”. EP 379 is, na wijzigingen in de verleningsprocedure, verleend op 13 april 2011 op een aanvrage van 12 januari 2004. Het roept de prioriteit in van de Ierse octrooiaanvrage IE 20030015 van 13 januari 2003. EP 379 is onder andere voor Nederland gedesigneerd en is tevens van kracht in België, Duitsland, Frankrijk, Verenigd Koninkrijk, Ierland en Italië.
disposition], is maintained in said closed disposition only by exposure to the pressure of the steam within the pressure vessel (1); and a double acting actuator (69) for displacing the closure member (67) from said closed disposition to an open disposition against the pressure of the steam within the pressure vessel (1) for said release of steam from the pressure vessel (1).
characterised in thatthe expansion region (21) is adapted for receiving pressurised steam discharged from the pressure vessel (1) at the end of a steam treatment phase of said product treatment via a self-sealing pressure release apparatus according to any of Claims 1 to 9.
sic] systems for the processing or treatment of food products. More specifically, the field of the invention relates to steam peeling, especially steam peeling systems, more particularly steam peeling apparatus including a steam peeler pressure vessel. The present invention is specifically directed to pressure relief or reduction arrangements for steam exhaust from a steam peeler pressure vessel, as well as arrangements for environmental treatment of steam exhaust or discharge from a steam peeler pressure vessel.
The applicant argues that the valve known from D1 would not be maintained in its closed position by exposure to the pressure inside the vessel it is sealing, but by the action of a spring. This feature of the valve defined in claim 1 is a functional feature, and the technical feature that allows for such a function relies on the back of the valve closure member being exposed to the pressure inside said vessel. This, however, is also the case in any of the valves of D1, as shown in Figures 1, 2, 3 and 5. In that respect the applicant's attention is drawn to the fact that the valves shown in Figures 3 and 5 are not provided with helical springs as closing members, but only comprise the features defined in present claim 1, and also present in the embodiments described in the present application. It is quite clear that, once the valves of Figures 3 or 5 of D1 are closed, the pressure acting on the back of the closure member will effectively maintain said member in the closing position, if the pressure at the other side of the closing member is lower than the one on the pressure side. While this may be assisted by pressurising the servo-cylinder connected to the closure member, this may also be the case for the valve according to claim 1. Since the servo-cylinder of the valve of D1 also provides for opening of the valve against the pressure inside the pressure vessel, all features of claim 1 are already known from D1.
In that respect it may be pointed out that the pressure vessel does not form part of the valve of claim 1, and that a valve having all technical features of claim 1 only has to be suitable for being mounted for enabling release of pressurised steam from a pressure vessel (see Guidelines CIII-4.13 and CIII-4.14).
examinervan het EOB reageerde daarbij op de op dat moment voorliggende conclusie 1, die als volgt luidde:
Shut-off valve for a working medium circuit”. US 279 bevat onder andere de hieronder weergegeven passages en figuren.
20is situated in the secondary circuit of an evaporator
14, in which the nuclear energy from a nuclear reactor
11is utilized to produce steam. The reactor
11is situated in the primary circuit of the evaporator
14and is cooled with, for example, water which is fed to the evaporator
14by a circulating pump
13, transfers heat to the working medium, for example, water, in the secondary circuit, while passing through U-shaped tubes
16in the evaporator
14, and flows back to the reactor
11along a line
15.
27by a feed pump
29and fed to the evaporator
14along a line
28. A line
19in which the shut-off valve
20is located leads from a steam collecting space
18at the top of the evaporator
14to a steam turbine
21, in which expansion of the secondary working medium evaporated in the evaporator
14takes place. The steam turbine
21is coupled to an electricity generator
22as is known. The expanded working medium leaving the turbine
21is directed to and condensed in a condenser
23. The condensate returns through a condensate pump
24, a steam-heated preheater
25and a deareator
26to the feed water tank
27.
20consists of a spherical body
30provided with a guide
31and with a servo-cylinder
32. In addition, the valve
20has a valve closure member
34secured to a stem
33which is slidably mounted in the guide
31. In order to move the closure member
34between an open position and a closed position, a servo-piston
35is provided at the upper end of the stem
33. A spring
37, disposed between the upper end wall of the servo-cylinder
32and the top of the servo-piston
35, assists the closing movement of the closure member
34. For example, when the differential pressure across the servo-piston
35is zero, the spring
37biases the closure member
34into the closed position against the valve body
30. [2]
20is closed due to the action of the spring
37. If steam pressure builds up in the steam collecting space
18in the evaporator
14, the shut-off valve
20can be opened by opening the valves
2,
3and closing the valves
1,
4. In this case, liquid working medium under pressure flows along the line
28and the lines
45,
51and
50into the space below the servo-piston
35, while the chamber above the servo-piston
35is connected by the lines
40,
42and
46to the point
44where the pressure is lower than at the point
43. The working medium at a higher pressure in the lower chamber compresses the spring
37and the shut-off valve
20opens. [3]
3.Het geschil
4.De beoordeling
Bevoegdheid
pressure release apparatusopenbaart in de zin van het octrooi, wat volgens Tomra inhoudt dat daarmee versneld stoom kan worden afgelaten uit een drukvat voor de behandeling van producten. Kiremko betwist dat conclusie 1 van EP 379 is beperkt tot een druk aflaat inrichting met die specifieke kenmerken.
evaporator, zie onder 2.10) voorzien van een stoomverzamelruimte 18 (
steam collecting space). Uit figuur 1 in samenhang met de beschrijving in kolom 2, randnummer 30-49, blijkt dat in verdamper 14, zijnde een vat, nucleaire energie uit de nucleaire reactor 11 met behulp van (bijvoorbeeld) koelwater wordt omgezet in stoom. Deze stoom leidt tot verhoogde druk in de stoomverzamelruimte 18 die zich bevindt in verdamper 14. Dat de vakman de verdamper 14 uit US 279 zal beschouwen als een drukvat, is daarmee voorshands voldoende aannemelijk. Het betoog van Tomra dat de vakman alleen als drukvat in de zin van kenmerk 1.2 zal beschouwen een vat waarin producten met stoom worden behandeld, of een vat waaruit, om welke reden dan ook, versnelde vrijgave van (stoom)druk nodig is en dat verdamper 14 (slechts) een stoomgenerator openbaart, treft geen doel. Ten eerste is het drukvat genoemd in [0014] van EP 379, waarnaar Tomra verwijst (vergelijk onder 2.6), slechts een uitvoeringsvorm. De vakman zal uit de vermelding aldaar dat de uitvinding ook geschikt is voor toepassingen anders dan voor productbehandeling waarbij versnelde drukaflaat vereist is, niet opmaken dat ‘drukvat’ in conclusie 1 is beperkt tot drukvaten met zodanige functionele kenmerken. Hij leest daarin eerder een bestrijding van een anders mogelijk in te lezen beperking tot roteerbare vaten voor productbehandeling. Onderdeel [0014] bevat geen definitie van een drukvat in de zin van EP 379. De vakman zal zien dat conclusie 1 niet functioneel of structureel beperkt is tot drukvaten waarin producten een stoombehandeling krijgen, noch tot stoomvaten voor versnelde drukaflaat en zal deze beperking ook niet afleiden uit [0014]. Daarnaast is verdamper 14 in US 279 niet slechts een stoomgenerator, maar betreft het een vat waarin de opgewekte stoom wordt opgevangen en waarbij er (stoom)druk ontstaat.
“dat, in de gesloten stand ervan, in de genoemde gesloten stand ervan gehouden wordt alleen door blootstelling aan de druk van de stoom binnen in het drukvat (1)”(zie onder 4.4) is eveneens geopenbaard in US 279. Tomra stelt zich in deze procedure uitdrukkelijk op het standpunt (wat Kiremko bij haar inbreukverweer primair betwist) dat het sluitorgaan van US 279 alleen door blootstelling aan stoomdruk uit de
evaporator14 in de gesloten stand wordt gehouden. Daarbij doet volgens Tomra niet ter zake dat zuiger 35 met veer 37 ook druk uitoefent op de klep in gesloten toestand, omdat de stoomdruk al voldoende is om de klep gesloten te houden. Tomra bestrijdt met betrekking tot dit kenmerk alleen maar dat in US 279 het in kenmerk 1.5 nogmaals genoemde drukvat uit kenmerk 1.2, is geopenbaard. Met verwijzing naar r.o. 4.6 gaat de voorzieningenrechter aan dat verweer voorbij.
“een zelf afdichtende druk aflaat inrichting”, in US 279 is geopenbaard. De voorzieningenrechter is voorshands van oordeel dat ook dat het geval is. Zij overweegt daartoe als volgt.
release’) door een afdichting te openen, waarbij de afdichting ‘zelf afdichtend’ (‘
self-sealing’) is. Dat wordt in US 279 geopenbaard. Uit kolom 3, regels 23 tot en met 35 van US 279 (vergelijk onder 2.10) van de beschrijving van US 279 blijkt dat klep 20 is gesloten op het moment dat er stoomdruk wordt opgebouwd in het systeem van US 279. Alleen al door die druk, dat wil zeggen het verschil in de verhoogde druk aan de ene zijde van de afsluitklep ten opzichte van de druk aan de andere zijde (vergelijk ook onder 2.8), blijft de klep gesloten en is die dus zelf afdichtend (
self sealing), zo betoogt Tomra zelf. Als er voldoende stoomdruk is opgebouwd wordt de klep geopend met behulp van zuiger 35, zodat de stoom kan ontsnappen naar het vervolg van leiding 19 en turbine 21. Daarmee is sprake van druk vrijgave (
pressure release) en is US 279 een zelf afdichtende druk aflaat inrichting.
The field of the invention relates to the release of pressure, e.g. steam pressure, especially product processing systems, and in particular for systems for the processing or treatment of food products.” respectievelijk “
It is an object of the invention to provide a pressure release arrangement, especially for a product processing system.” (vergelijk onder 2.6). De door Tomra gestelde beperking komt in die paragrafen niet voor. In [0006] wordt een samenvatting van de uitvinding gegeven waarin deze aanvullende eisen van versnelde, maar gecontroleerde, stoomvrijgave ook niet zijn genoemd. Paragraaf [0014] (vergelijk onder 2.6) gaat specifiek in op een
product treatmentsysteem volgens afhankelijke conclusie 10 (zie onder 2.4). In dat kader wordt in [0014] beschreven dat de uitvinding ook kan worden gebruikt voor drukvaten anders dan voor
product treatmentwaarin versnelde gecontroleerde drukaflaat vereist is. Zoals hiervoor in 4.6 al overwogen, blijkt daaruit naar voorlopig oordeel echter niet ondubbelzinnig dat EP 379 beperkt is tot versnelde gecontroleerde drukaflaat inrichtingen. De vakman leest ook nergens anders in de beschrijving dat hij het begrip druk aflaat inrichting zo beperkt moet opvatten. Bovendien stelt geen van de conclusies van EP 379 grenswaarden aan de snelheid van de drukaflaat.
Yet another objective of the invention relates to effecting improvements in the manner of exhausting steam to atmosphere in a steam peeling system.” (zie onder 2.6). Ook deze zin doelt op een (voorkeurs-)uitvoeringsvorm. EP 379 openbaart in [0023] zelf uitvoeringsvormen waarbij de druk wordt afgelaten in een expansievat: “
The expansion valve 57 is exposed to pressurised steam during peeling and opens directly into the expansion vessel 21 at the appropriate time.” (vergelijk onder 2.6). De vakman die EP 379 leest, zal druk aflaat inrichting dan ook niet opvatten als beperkt tot druk aflaat inrichtingen waarmee stoomdruk moet kunnen worden vrijgegeven in de atmosfeer.
shut-off valve) voor een gesloten circuit gaat, zodat EP 379 nieuw is ten opzichte van die inrichting, omdat het daarin gaat om een ontsluitingsklep (
release valve) (zie onder 2.9). Dat argument treft naar voorlopig oordeel geen doel. Zowel US 279 als EP 379 openbaren een klep die af kan sluiten en bij opening druk aflaat. Dat dat in US 279 gebeurt in een gesloten circuit waarbij de druk wordt gebruikt om stoom op te wekken, vervolgens wordt gecondenseerd en daarna opnieuw kan worden gebruikt om stoom op te wekken (vergelijk de beschrijving onder 2.10), staat daar niet aan in de weg. EP 379 bakent, zoals gezegd, niet af van systemen als US 279, nu de vakman zal zien dat ook in dat systeem na drukopbouw in een drukvat, sprake is van een drukverschil op het moment dat klep 20 wordt geopend, waarmee de druk wordt afgelaten. Tomra heeft kennelijk gemeend af te bakenen van US 279 door de toevoeging aan de conclusie van kenmerken 1.1 en 1.2, maar die kenmerken verschaffen het octrooi naar voorlopig oordeel geen nieuwheid ten opzichte van US 279.
pressure release apparatusniet openbaart, volgt uit overwegingen 4.10 tot en met 4.14 al dat dat verweer ook niet slaagt. Tomra heeft anderszins geen verweer gevoerd tegen de stelling van Kiremko dat kenmerk 1.6 is geopenbaard in US 279.