Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiseres] , eiseres
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 november 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een Nigeriaanse vrouw, eiseres, op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, verweerder, had op 26 oktober 2020 de maatregel van bewaring opgelegd, omdat er een concreet aanknopingspunt zou zijn voor een overdracht naar Italië op basis van de Dublinverordening. Eiseres heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij zij tevens een verzoek om schadevergoeding indiende. Tijdens de zitting op 9 november 2020, waar eiseres telefonisch werd gehoord, heeft zij betoogd dat er geen voldoende grond was voor de bewaring en dat er geen zicht op overdracht bestond, mede door de coronamaatregelen.
De rechtbank heeft overwogen dat verweerder voldoende gemotiveerd heeft waarom de maatregel van bewaring noodzakelijk was. Eiseres had zich eerder aan het toezicht onttrokken en er waren concrete aanwijzingen dat de Dublinverordening op haar van toepassing was. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de bewaring, zoals de onjuiste gegevens over haar identiteit en de eerdere onttrekking aan het toezicht, voldoende waren om de maatregel te rechtvaardigen. Eiseres' argument dat er geen zicht op overdracht was, werd verworpen, omdat er al een overdracht naar Italië gepland was, die vanwege haar quarantaine moest worden geannuleerd.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank oordeelde dat verweerder de belangen van eiseres voldoende had meegewogen en dat er geen aanleiding was voor een lichter middel. De uitspraak werd openbaar gemaakt op rechtspraak.nl.