Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 november 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een Algerijnse eiser. De eiser had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 26 oktober 2020 was genomen, waarin de maatregel van bewaring op grond van artikel 59a van de Vreemdelingenwet 2000 werd opgelegd. De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser zich eerder aan het toezicht had onttrokken door met onbekende bestemming te vertrekken uit een asielzoekerscentrum, maar zich later weer had gemeld. De rechtbank oordeelde dat de gronden voor de maatregel van bewaring, waaronder het risico op onttrekking en het ontbreken van een vaste woon- of verblijfplaats, voldoende waren om de maatregel te rechtvaardigen. De rechtbank heeft het beroep van de eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt en kan worden aangemerkt als een belangrijke beslissing in het vreemdelingenrecht, waarbij de rechtbank de belangen van de staat en de rechtspositie van de eiser tegen elkaar afwoog.