Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 13 november 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een eiser met de Egyptische nationaliteit. De eiser, vertegenwoordigd door mr. S. Petkovic, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, dat op 27 oktober 2020 was genomen. Dit besluit hield in dat de maatregel van bewaring werd opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft op 9 november 2020 een zitting gehouden waarbij zowel de eiser als de gemachtigde van de verweerder aanwezig waren.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de eiser de gronden van de maatregel niet heeft betwist, maar twijfelt aan het zicht op uitzetting vanwege de coronamaatregelen. De rechtbank oordeelt dat de tijdelijke belemmeringen door corona geen reden zijn om de maatregel van bewaring te schorsen, aangezien er geen aanwijzingen zijn dat de laissez-passer aanvraag niet binnen redelijke termijn zal worden verstrekt. De rechtbank heeft ook overwogen dat de verweerder voldoende heeft gemotiveerd waarom geen lichter middel is gekozen dan de inbewaringstelling, en dat de persoonlijke omstandigheden van de eiser in de overwegingen zijn meegenomen.
Uiteindelijk heeft de rechtbank het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De rechtbank heeft geen aanleiding gezien voor een proceskostenveroordeling. De uitspraak is openbaar gemaakt op 13 november 2020 en tegen deze uitspraak kan binnen één week hoger beroep worden ingesteld bij de Afdeling bestuursrechtspraak van de Raad van State.