Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 12 oktober 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van een vreemdeling. De eiser, vertegenwoordigd door zijn gemachtigde mr. M.M. Altena-Staalenhoef, had beroep ingesteld tegen een besluit van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die op 1 oktober 2020 de maatregel van bewaring had opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen.
Tijdens de zitting op 12 oktober 2020 was de eiser aanwezig, bijgestaan door zijn gemachtigde, en was er een tolk aanwezig. De rechtbank heeft direct na de zitting uitspraak gedaan. In de overwegingen van de rechtbank werd vastgesteld dat de eiser de gronden voor de maatregel van bewaring niet had betwist. De rechtbank oordeelde dat de Staatssecretaris voldoende had gemotiveerd waarom de maatregel van bewaring noodzakelijk was en dat er geen aanleiding was om een lichter middel toe te passen. De rechtbank concludeerde dat het beroep ongegrond was en dat er geen proceskostenveroordeling plaatsvond.
De uitspraak is openbaar gemaakt op 15 oktober 2020 en er is een rechtsmiddel tegen deze uitspraak mogelijk binnen één week na bekendmaking.