Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 3 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een asielzoeker. De eiser, die stelt de Egyptische nationaliteit te hebben, was in bewaring gesteld op grond van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000. De maatregel van bewaring was opgelegd door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, die als verweerder optrad in deze procedure. Eiser heeft tegen het bestreden besluit beroep ingesteld, dat tevens als verzoek om schadevergoeding moet worden aangemerkt. Tijdens de zitting op 31 augustus 2020 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is de heer A. Biada als tolk opgetreden. De maatregel van bewaring werd op 1 september 2020 opgeheven, waardoor de rechtbank zich moest buigen over de vraag of eiser recht heeft op schadevergoeding voor de periode dat hij in bewaring was.
De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewaring noodzakelijk was voor de vaststelling van de identiteit en nationaliteit van eiser, en voor het verkrijgen van gegevens voor de beoordeling van zijn asielaanvraag. Eiser heeft de bewaringsgronden betwist, maar de rechtbank oordeelde dat de gronden voldoende waren om aan te nemen dat er een risico bestond dat eiser zich aan het toezicht zou onttrekken. De rechtbank heeft ook overwogen dat verweerder geen lichter middel had hoeven toepassen, aangezien eiser zijn verblijfsrecht in Italië niet aannemelijk heeft gemaakt en hij geen vaste woon- of verblijfplaats kon aantonen. De rechtbank heeft uiteindelijk het beroep ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen, met de conclusie dat er geen aanleiding was voor een proceskostenveroordeling.