Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 oktober 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de maatregel van bewaring van eiser, die de Tunesische nationaliteit heeft. Eiser is op 5 september 2020 in bewaring gesteld en op 16 september 2020 is deze maatregel opgelegd op grond van artikel 59, eerste lid, aanhef en onder a, van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser heeft beroep ingesteld tegen het voortduren van deze maatregel en verzocht om schadevergoeding. De rechtbank heeft bepaald dat een onderzoek ter zitting achterwege blijft en heeft de argumenten van eiser en verweerder gewogen.
Eiser stelt dat er geen redelijk vooruitzicht op verwijdering is, onder andere vanwege de onduidelijkheid over de aanvraag van een laissez passer en de impact van de coronamaatregelen. Hij heeft ook aangevoerd dat hij mishandeld is in het detentiecentrum, wat volgens hem een nieuwe belangenafweging rechtvaardigt. Verweerder, de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, heeft echter betoogd dat er voldoende voortvarendheid is in de uitzettingsprocedure en dat er zicht op uitzetting aanwezig is, aangezien er meerdere vertrekgesprekken hebben plaatsgevonden.
De rechtbank heeft in haar overwegingen geconcludeerd dat er geen aanleiding is om te oordelen dat het voortduren van de maatregel van bewaring niet langer gerechtvaardigd is. De rechtbank heeft het beroep van eiser ongegrond verklaard en het verzoek om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 26 oktober 2020.