Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 21 september 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een asielzoeker. De eiser, die stelt de Tunesische nationaliteit te hebben, is op 5 september 2020 in bewaring gesteld door de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid. De rechtbank heeft vastgesteld dat de bewaring is opgelegd op basis van artikel 59b van de Vreemdelingenwet 2000, omdat de identiteit en nationaliteit van de eiser niet konden worden vastgesteld. Eiser heeft geen identiteitsdocumenten kunnen overleggen en heeft verklaard zijn paspoort in Italië te hebben verloren. De rechtbank oordeelt dat de gronden voor bewaring, waaronder het onttrekkingsrisico, voldoende zijn onderbouwd. Eiser heeft betoogd dat hij in vrijheid mag afwachten, maar de rechtbank oordeelt dat de a-grond voor bewaring zelfstandig kan dragen. De rechtbank heeft ook de argumenten van eiser over zijn kwetsbaarheid en de noodzaak van een lichter middel beoordeeld, maar oordeelt dat verweerder terecht geen lichter middel heeft gekozen. De rechtbank verklaart het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af. De uitspraak is openbaar gemaakt op 21 september 2020.