Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
Procesverloop
Overwegingen
Beslissing
- verklaart de beroepen ongegrond;
- wijst de verzoeken om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 11 december 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een moeder en haar minderjarig kind. De moeder, eiseres, heeft samen met haar kind beroep ingesteld tegen de besluiten van de Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid, waarbij aan hen de maatregel van bewaring is opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. De rechtbank heeft vastgesteld dat de moeder en het kind de Nigeriaanse nationaliteit hebben en dat de moeder in Nederland is aangekomen in november 2017. De rechtbank heeft de gronden van de bewaring beoordeeld en geconcludeerd dat de opgelegde maatregelen terecht zijn, ondanks de argumenten van eiseres dat zij niet terug wil naar Nigeria vanwege de medische situatie van haar zoon. De rechtbank heeft overwogen dat de Staatssecretaris voldoende heeft gemotiveerd waarom bewaring noodzakelijk was en dat de persoonlijke omstandigheden van eiseres en haar kind in de afweging zijn meegenomen. De rechtbank heeft de beroepen ongegrond verklaard en de verzoeken om schadevergoeding afgewezen. De uitspraak is openbaar gemaakt op 11 december 2020.