Uitspraak
RECHTBANK DEN HAAG
[eiser] , eiser V-nummer: [V-nummer]
Procesverloop
Overwegingen
De bewaringsgronden
Zicht op uitzetting
Lichter middel
Conclusie
Beslissing
- verklaart het beroep ongegrond;
- wijst het verzoek om schadevergoeding af.
Rechtbank Den Haag
In deze zaak heeft de Rechtbank Den Haag op 26 augustus 2020 uitspraak gedaan in een bestuursrechtelijke procedure betreffende de bewaring van een vreemdeling, eiser, die geen rechtmatig verblijf heeft in Nederland. De Staatssecretaris van Justitie en Veiligheid had op 17 augustus 2020 de maatregel van bewaring opgelegd op grond van de Vreemdelingenwet 2000. Eiser, die de Georgische nationaliteit heeft, heeft tegen dit besluit beroep ingesteld, waarbij hij tevens schadevergoeding heeft verzocht. Tijdens de zitting op 24 augustus 2020 is eiser verschenen, bijgestaan door zijn gemachtigde, en is er een tolk aanwezig geweest. De rechtbank heeft vastgesteld dat de Staatssecretaris voldoende gronden heeft aangevoerd voor de bewaring, waaronder het risico dat eiser zich aan het toezicht zal onttrekken en het feit dat hij niet op de voorgeschreven wijze Nederland is binnengekomen. Eiser heeft betwist dat er een redelijk vooruitzicht op verwijdering is, maar de rechtbank oordeelt dat de Staatssecretaris voldoende heeft aangetoond dat er momenteel mogelijkheden zijn om eiser uit te zetten naar Georgië. Eiser heeft ook aangevoerd dat de maatregel onevenredig bezwarend is gezien zijn medische situatie, maar de rechtbank concludeert dat de Staatssecretaris voldoende rekening heeft gehouden met deze omstandigheden en dat er adequate zorg aanwezig is in het detentiecentrum. Uiteindelijk verklaart de rechtbank het beroep ongegrond en wijst het verzoek om schadevergoeding af.